ENIGE MYTHOLOGISCHE MOTIEVEN DIE VERWEVEN ZIJN IN DE VERSCHILLENDE VERSIES VAN DE GEBOORTEMYTHE
Talrijk zijn de verhalen waarin de buitenechtelijke verbintenissen van Zeus een rol spelen. De jaloezie van Hera, die hiervan steeds weer het onvermijdelijke gevolg is, is welhaast spreekwoordelijk. De eeuwige ruzie tussen Zeus en Hera blijkt een motief te zijn, dat ook in de mythe over Athena's geboorte een belangrijke rol speelt.
De ruzies tussen Zeus en Hera zijn niet alleen 'van huiselijke aard'; ze lijken te zijn verbonden met het oeroude mythische motief van de strijd om de wereldheerschappij: de ruzie met Hera is voor Zeus dan ook niet altijd zonder gevaar. In de Homerische hymne aan Apollo wordt beschreven hoe Hera, wanneer ze in woede is ontstoken over de geboorte van Athena, het monster Typhoon voortbrengt. Eens zal dit een grote bedreiging vormen voor de heerschappij van Zeus. Zijn strijd tegen de giganten, waartoe ook Typhoon wordt gerekend, is er een op leven en dood.
Van Chrysippos, een laat auteur, lezen we in een fragment dat Hera na een ruzie Hephaistos heeft gebaard. Is dit een fantasie van Chrysippos? Of wijst dit op een traditie die al eerder bestond? We weten het niet. Uit niets blijkt, dat Hephaistos ooit een gevaar heeft betekend voor Zeus. Hij wordt doorgaans afgeschilderd als een god die uitblinkt onder de goden: daardoor kan hij wedijveren met Athena, het kind van Zeus. Doorgaans wordt Hephaistos alles behalve als een monster voorgesteld; toch verraden andere mythen dat hij van oorsprong wezensverwant is met Typhoon: beiden zijn lelijk, beiden bevinden zich onder de Etna, en de kreupelheid van Hephaistos heeft zijn pendant in het feit dat Typhoon slangen heeft in plaats van voeten. Het verhaal waarin verteld wordt dat Hephaistos door Zeus van de Olympus wordt geslingerd vormt wellicht nog een echo van de strijd die eens tussen deze twee aartsvijanden is gevoerd. Het is dan ook maar de vraag of Marie Delcourt gelijk heeft, wanneer ze opmerkt: “Les peintres et les sculpteurs qui l'ont associe a une Gigantomachie n'ont pas en sa legende comme point de depart; ils l'ont simplement inclus dans une serie divine qu'ils souhaitent complete. Sa presence y est sans interet pour nous.” (Marie Delcourt,Hephaistos ou la legende du magicien, Paris 1957, p. 145).
Het motief, dat de heerschappij van Zeus in gevaar komt, is niet aan de persoon van Hera gebonden. In de Theogonie is het Metis, die eens een kind zal baren dat het koningschap zal overnemen. Hier lijkt sprake van een reminiscentie aan een andere vroege geschiedenis: Ouranos en Gaia, die Zeus voor dit gevaar waarschuwen, hebben eertijds ook Kronos in kennis gesteld van het lot dat hem te wachten stond. Ook in het fragment van Chrysippos dreigt er voor Zeus gevaar van de zijde van Metis.
Het gevaar kan worden afgewend. Dit kan op twee manieren: het kwaad kan voorkomen worden of, zo dit niet lukt, dan moet het bestreden worden. Kronos verslond zijn kinderen, en dacht zo het kwaad te voorkomen. Helaas had hij zich misrekend. In de onvermijdelijk daarop volgende strijd dolf hij het onderspit. Ook Zeus moet strijd leveren. Hij echter wint deze. Alleen: daarmee is het gevaar nog niet definitief geweken. Metis immers zal nog een zoon baren, machtiger dan Zeus! Daarom verslindt Zeus haar. Sedertdien staat Zeus' heerschappij over het Al voor eeuwig vast. Zo altans wordt het ons verteld door Hesiodos.
Het verslinden is een motief dat ook nog verwijst naar een andere notie: Hesiodos vertelt, dat Zeus door zijn daad ook beschikt over de eigenschappen van Metis. Dat wie een godheid opeet daarmee ook deel krijgt aan zijn/haar wezen geldt, zoals blijkt uit vele rituele maaltijden overal ter wereld, in de eerste plaats voor mensen. Dat het klaarblijkelijk ook voor Zeus geldt behoeft ons niet te verbazen: de goden blijken wel vaker menselijke trekken te hebben.
Of het verslinden van Metis ook te maken heeft met het motief dat Zeus zijn daad geheim wil houden voor Hera, valt moeilijk te zeggen. Weliswaar lezen we bij de Pseudo Apollodoros dat Zeus een van zijn geliefden, Elara, toen ze zwanger was, in de aarde heeft verborgen. Het kind, Tityos, is vervolgens uit de aarde tevoorschijn gekomen (Ps. Apoll. I,23). Bij Homeros (Odyssee 11, 576) wordt Tityos dan ook 'de zoon van de aarde' genoemd. Maar waar verteld wordt dat Metis verslonden wordt heeft Zeus wel wat anders aan zijn hoofd dan de vraag hoe hij zijn avonturen voor Hera verborgen moet houden: zijn vrees voor het nageslacht van Metis. Bovendien: Hera zou misschien misleid kunnen worden door een uit de aarde geboren jongen, omdat de aarde is in staat om uit zichzelf iets voort te brengen. Maar het verslinden zou in dit geval weinig effect hebben: want dat Zeus onopgemerkt zou blijven voor Hera wanneer hij zelf het kind, dat Metis verwachtte, voortbrengt is ondenkbaar.
Welke eigenschappen zijn het, die Zeus zich eigen maakt door het verslinden van Metis? De 'metis' die Zeus zich eigen maakt is kennis, kennis van zaken, beheersing van bepaalde technieken, inzicht in situaties en ontwikkelingen, en het vernuft om problemen op te lossen. Van Athena wordt door Homeros gezegd, dat zij zich door haar μητις onzichtbaar kan maken: voor ons lijkt dit nogal nogal magisch en ver af te staan van wat wij “vernuft” plegen te noemen. Voor een god evenwel bestaat de onderscheiding tussen kunst en magie, tussen rationeel en irrationeel niet: μητις is ervoor nodig om de kansen en de mogelijkheden van het moment te kunnen benutten. Iedere godheid, ja zelfs elk mens beschikt over deze 'metis', alleen: Zeus heeft 'de wijsheid in pacht'. Na de strijd tegen de chaosmonsters uit de aarde om de macht genoot hij het gezag van alles en iedereen. Na het verslinden van Metis is hij ook bedreven in het handhaven daarvan. Daarom zal hij voortaan aan alle gevaren het hoofd kunnen bieden. (Cf. Jeanmaire, Naissance d'Athena et royaute magique de Zeus, in Rev. Arch. tome XLVIII 1956, p. 38v.; Marie Delcourt, Hephaistos ou la legende du magicien, Paris, p. 142. Beiden neigen ertoe Metis vooral in verband te zien met de magie. Dat lijkt ons niet correct).
We zijn inmiddels op het spoor gekomen van een aantal mythische motieven, die verwerkt zijn in de verschillende versies van de mythe over Athena's geboorte: ruzie tussen Zeus en Hera, amoureuze escapades van Zeus, de consolidatie van het koningschap, bedreiging van dit koningschap door chaoswezens die door de aarde worden voortgebracht, bedreiging van het koningschap door onkunde, de verwerving van eigenschappen door iets in te nemen, en het afwenden van het noodlot door een list. Al deze motieven zijn in verschillende mythen terug te vinden.
Men zou de neiging kunnen krijgen om deze verbindingen, die in de mythen gelegd worden, te beschouwen als vaste onlosmakelijke connecties. Maar dan zien we ten onrechte voorbij aan de creativiteit van de dichters en aan de vrijheden die zij zich permitteerden bij het vertellen van hun visie op goden, mensen en samenleving. Bovendien dienen we ervoor te waken niet al te snel conclusies trekken. Wanneer we bijvoorbeeld in een fragment van Chrysippos lezen, dat Hera vertoornd is op Zeus en Hephaistos voortbrengt, en dat daarna Zeus Athena ter wereld brengt, dan is het verleidelijk om, naar analogie van andere verhalen, te veronderstellen dat haar boosheid wel weer zal zijn opgewekt door een buitenechtelijke verbintenis van Zeus. (Zo o.a. Kauer, Die geburt der Athena, s.53). Maar dat is toch niet zo zeker: in een fragment van de Melampodia (fr. 275) vinden we een ruzie tussen Zeus en Hera beschreven om een heel andere reden. Zeus en Hera hebben, zo lezen we daar, ruzie over de vraag wie er meer plezier beleeft aan sexueel contact, de vrouwelijke of de mannelijke partner. Om een antwoord te verkrijgen op deze vraag gaan ze naar Teiresias, die in een vroeger leven vrouw is geweest. Hij kan het dus weten! Teiresias nu zegt dat de vrouw er negen maal zoveel plezier aan beleeft als de man. Hera wordt nu zo kwaad, dat ze Teiresias met blindheid slaat. En Zeus is zo verheugd over de mening van Teiresias, dat hij hem de gave van de profetie schenkt. (Vid. West, Hesiod Theogony, p.402: 'Now a sequel in which Hera said, “I'll show you that I can do without sex: I'll bear a child without your help”, would fit the story well', aldus West). Kortom: het voorbeeld illustreert dat niet alle geruzie tussen Hera en Zeus altijd is terug te voeren op spanningen als gevolg van de verliefdheden van Zeus.
Bij dit al blijft het onzeker of het motief van verzwelgen van Metis nu wel erg nauw is verbonden is met de geboortemythe van Athena. Er zijn argumenten die een andere richting van denken zouden kunnen ondersteunen. Bij Hesiodos is Athena beslist niet een 'herboren' Metis. Metis draagt het kind al bij zich voordat Zeus haar verslindt. En het lijkt er meer op dat Hesiodos twee motieven met elkaar heeft verweven - de bedreiging van Zeus' koningschap van de zijde van Metis, en de mythe over Athena's geboorte - die eigenlijk slecht bij elkaar passen: omdat Athena niet het kind is waarvoor Zeus behoeft te vrezen; integendeel! Athena is niet een godin van het type Typhoon of Hephaistos. Athena is al evenmin de opnieuw geboren Metis, ook al wordt ze dan vaak 'polymetis' (erg schrander) genoemd; we zagen al dat alle goden en ook mensen beschikken over een zekere μητις. Bovendien: de eigenschappen van Metis gaan niet over op Athena maar op Zeus, die haar verslindt. En tenslotte merkten we al op dat het Hesiodos niet in de eerste plaats om Athena of om Metis te doen is. Het gaat hem om Zeus: Zeus brengt een kind voort, Zeus verwerft zich wijsheid, Zeus vestigt zijn koningschap voor eeuwig. Er is hier dan ook geen sprake van een hergeboorte, maar om een nieuwe schepping: hier wordt iets nieuws vertoond! Bij Hesiodus is niet Athena, maar Zeus de hoofdpersoon van de mythe: om hem gaat het!
We zullen nog zien dat deze constatering, verbonden met het feit dat niet zo duidelijk is vast te stellen of Homerus de mythe over de wonderbaarlijke geboorte wel heeft gekend, erop zou kunnen wijze dat pas later de nadruk meer is komen te liggen op de rol van Athena.
Toch gaan wij er vooralsnog van uit dat het motief van de geboorte van Athena uit het hoofd van Zeus gezien moet worden als een zelfstandig en oeroud motief met een eigen geschiedenis. Of Homeros het motief gekend heeft, is niet duidelijk. De teksten (Ilias I,578; XIV,338; Od. VIII,312) zijn voor verschillende interpretaties vatbaar. Dit feit zou in combinatie met de eerdere vaststelling, dat bij Hesiodus Zeus de hoofdrolspeler is in de mythe over de geboorte van Athena, erop kunnen wijzen dat pas later de nadruk meer is komen te liggen op de betekenis van de mythe voor de godin Athena. Uit het beeldmateriaal lijkt te kunnen worden afgeleid, dat de mythe ooit op de Peloponnesos enige populariteit genoot. Wijst ook dat niet vooralsnog in de richting van Zeus? In dit verband is ook van belang om notitie te nemen van de rol van Hephaistos als mannelijk 'verloskundige': die was daar reeds in de 7de eeuw v. Chr. tamelijk bekend was. Heeft zich daar toen al een proces voltrokken, waardoor Athena en Hephaistos steeds meer op elkaar waren gaan lijken? Of is dit van later datum? Op welke wijze heeft een Myceense huis- en burchtgodin met chtonische trekken zich ontwikkeld tot de dochter van Zeus, die nog vele eeuwen het symbool en de auctor intellectualis is geweest van de westerse cultuur? Heeft in dit proces een 'nieuwkomer', in de gestalte van een oorlogsgodin die is geintegreerd in de Olympische godenfamilie, een rol gespeeld? Mogelijk, dat de bestudering van een aantal sleutelteksten een antwoord zou kunnen geven op deze vragen.
Forward to the next page
Back to THE BIRTH OF ATHENA: CONTENTS
Reaction? Send an E-mail to the author.
Birth of the goddess Athena
©
A.E.J. Kaal