Mattheus 6:9-13
Hierbij allereerst de Griekse
tekst, de latijnse tekst zoals die te vinden is in de "textus
Vaticanus", en de Nederlandse vertaling in de zo genoemde
"oecumenische versie".
Πατηρ ημων ο
εν τοις ουρανοις
Αγιασθητο
το ονομα σου
ελθατω
η βασιλεια
σου
γενηθητω
το θελημα σου
ως
εν ουρανωι και
επι γης
Τον αρτον
ημων τον επιουσιον
δος ημιν σημερον
και
αφες ημιν τα
οφειληματα
ημων,
ως και ημεις
αφηκαμεν τοις
οφειλεταις
ημων
και μη εισενεγκηις
ημας εις πειρασμον,
αλλα
ρυσαι ημας απο
το πονηρου.
De "textus Vaticanus":
Pater noster, qui es in caelis:
sanctificetur
nomen tuum.
Adveniat regnum tuum.
Fiat voluntas tua, sicut in
caelo, et in terra.
Panem nostrum supersubstantialem da nobis
hodie.
Et dimitte nobis debita nostra,
sicut et nos dimittimus
debitoribus nostris.
Et ne nos inducas in tentationem.
Sed
libera nos a malo.
Het "Onze Vader" in de oecumenische versie:
Onze Vader, die in de hemel zijt
Uw naam worde
geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede,
op aarde
zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood,
en
vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaars
vergeven.
En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van
de boze.
[Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de
heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen.]
Een paar kanttekeningen bij de tekst.
De
lofprijzing waarmee binnen de kerkelijke traditie het gebed wordt
afgesloten is tussen haakjes geplaatst, omdat die niet behoort bij de
tekst van het gebed, zoals die in het evangelie van Mattheus wordt
overgeleverd.
De tekst vormt een onderdeel van de "bergrede""
(een door de evangelist gecomponeerde redevoering, die te vinden is
in Mattheus: 5 - 7). Het "Onze Vader" is, evenals die hele
redevoering, zorgvuldig opgebouwd. Toen men daarvoor nog geen oog had
gebeurde het wel dat men dacht dat dit gebed zeven beden omvatte
(Augustinus, Luther). Maar wie eenmaal de structuur in het gebed
heeft ontdekt telt er maar zes: drie beden rond het woord "Uw",
die door de tussenzin ως εν ουρανωι
και επι γης -
(Grieks; wie de woordvolgorde respecteert dient te vertalen met
"gelijk in de hemel, zo ook op aarde") - worden verbonden
met de drie beden rond het woord "ons". De compositie is
dus symmetrisch: door deze opbouw wordt onze aandacht eerst gericht
op de hemelse gewesten, en daarna verschoven naar het aardse bestel.
Dat is dus geen toeval; net zomin als het toevallig is dat dit gebed
het midden vormt van de "bergrede". Het laat ons iets zien
van de wijze waarop Mattheus zijn tekst componeert.
Om te kunnen
begrijpen welke gedachten Mattheus zich maakte bij het "Onze
Vader" dienen we dan ook verbindingen te leggen met andere
passages uit het evangelie. De zinsnede over vergeving bijvoorbeeld
kan niet worden losgemaakt van wat er in Mattheus 18:23-35 wordt
verteld (de gelijkenis van de koning, die afrekent met zijn slaven.
Op grond van wat daar staat, lijkt me dat de vertaling van de bede om
vergeving moet luiden: "en vergeef ons onze schulden, zoals ook
wij onze schuldenaren hebben vergeven". αφηκαμεν
(Griekse tekst) is een perfectum, een verleden tijd: de handeling is
verricht.
ONZE VADER...
De wijze waarop God hier wordt
aangesproken komt voort uit de oeroude familiegodsdienst . Deze heeft
in het oude Israël, zoals overigens in het gehele nabije Oosten
altijd een rol gespeeld, met betrekking tot geboorte, dood, begraven,
herdenken, huwelijk, en andere centrale levensbehoeften. Het gaat
hierbij niet in de eerste plaats om persoonlijke vroomheid, maar om
de dingen die nodig zijn om als gemeenschap te kunnen voortbestaan.
Het "Onze Vader" is dan ook niet het gebed van Jezus, maar
een gebed, waarin het heil van de geloofsgemeenschap centraal staat:
vandaar dat onze Vader.
DIE IN DE HEMEL ZIJT
Uit het gedeelte, dat
onmiddellijk voorafgaat aan het "Onze Vader" (Mattheus
6:5-8) kunnen we opmaken dat we worden opgeroepen tot een houding die
voortkomt uit waarachtigheid. Als je bidt, als je mensen helpt, als
je vast, als je probeert om vroom te leven: doe dat dan niet
opzichtig. God woont in het verborgene. Zou dat niet bedoeld zijn met
die woorden in de hemel? Het is dan niet een plaatsbepaling;
maar een verwijzing naar de verborgenheid van God: God is voorbij
onze horizon. Dat betekent niet dat God veraf is: God is nabij en
wordt ervaarbaar waar mensen elkaar vergeven, voeden, bewaren en
respecteren.
UW NAAM WORDE GEHEILIGD
Kennen wij Gods naam? Het
is een oeroude behoefte om een naam te geven aan datgene wat
ons raakt. Maar niet alles, wat ons raakt, komt van God. Dat kunnen
we niet geloven. In het Oude Testament lezen we dat we ons van God
geen beeld mogen maken: elke naam, die wij aan God geven doet iets af
aan God. Zo is dat met taal: door de dingen te benoemen, geven we
iets uit handen, doen we de werkelijkheid geweld aan. Primair is, wat
we ervaren: achteraf kan de behoefte ontstaan om het ervarene onder
woorden te brengen. Dat moeten we met religieuze ervaringen niet
doen. Want voor je het weet praten we dan over God. De Naam
heiligen is: er niet over spreken. Wel bidden: open staan voor God,
en bidden tot God.
UW KONINKRIJK KOME
Het evangelie van Mattheus zou
je het evangelie van het komende koninkrijk kunnen noemen. Dat
doet vermoeden, dat het hierbij gaat om iets dat in de toekomst wordt
of moet worden gerealiseerd. Zo is vaak gedacht: vandaar ook dat men
de hemel heeft gedacht voorbij aan onze dood en voorbij aan de
geschiedenis. Toch is dat niet wat Mattheus voor ogen heeft. In de
hele Joodse traditie komt de gedachte aan een leven na de dood
nauwelijks voor. God is een god van de geschiedenis: het komende
koninkrijk verwijst naar heil dat zich kan manifesteren in ons
eigen leven: wanneer we "er zijn" zoals dat van ons mag
worden verwacht. Je zou kunnen zeggen, dat de oer-opdracht voor elk
mens is: wees er!
Gods rijk wordt aanwezig, waar mensen er
voor elkaar zijn zoals God er is voor elk mens. Zo is God voor ons
een Vader (en een Moeder) de oorsprong en bron van leven, maar
ook de onderhouder van ons bestaan. Dat het koninkrijk vaak
onzichtbaar, onvindbaar is hangt samen met het gegeven, dat we
doorgaans Gods naam niet heiligen. De relatie is verstoord. We
verbeelden ons dat we autonoom zijn, en dat de werkelijkheid identiek
is aan onze waarneming, aan wat wij voor waar houden, aan wat
binnen de horizon ligt van wat we kunnen begrijpen en benoemen en
beheersen. We verbeelden ons dat we self-supporting zijn.
UW WIL GESCHIEDE
Wat is de wil van God? Kunnen wij
weten wat God wil? Elk mens komt van tijd tot tijd in situaties,
waarvan we niet kunnen begrijpen wat "dat" van ons vraagt.
Menig mens zucht van tijd tot tijd onder het bestaan en vraagt zich
af: "waar heb ik dat aan verdiend?". Of hij denkt achteraf:
"het is toch een wonder, dat een mens dit kan doorstaan, dat een
mens hiertegen bestand is". Gods wil is meer dan wat een mens
soms voor mogelijk houdt. Jezus bidt in Getsemane, wanneer hij door
doodsangst dreigt te worden overmeesterd, waardoor hij dreigt om het
geloof in een liefdevolle, nabije, dragende God - onze Vader - te
verliezen: niet mijn maar Uw wil geschiede. De bede dat Gods wil
geschiede moeten we wel begrijpen als de vraag om kracht en
vertrouwen, wanneer alle hoop ons dreigt te ontvallen. Kan een mens
dat? Hoe dat zij: we mogen geloven, dat Gods wil is dat we onze
levensopdracht op ons nemen, ook al lijkt de weg die we moeten gaan
soms onbegaanbaar. Dat is gemakkelijk gezegd. Maar hier liggen
geweldige problemen: hoe kan een mens, wat hij niet kan? Achteraf kun
je soms verbaasd zijn over wat er mogelijk bleek. Vooraf zullen we er
steeds op bedacht moeten zijn, dat Gods wil wel eens niet samenvalt
met wat wij zelf willen. En dat we soms, met Gods hulp, tot meer in
staat zijn dan we kunnen vermoeden.
ZOALS IN DE HEMEL....
We zagen al dat hemel en
aarde geen gescheiden ruimten zijn: alles wat tot dus- verre is
gezegd moet op aarde gestalte krijgen. Bidden blijft zonder
betekenis, wanneer dit bidden niet uitmondt in doen. In ons
doen en laten wordt onze spiritualiteit zichtbaar: niet voor niets
wordt in de joods/christelijke traditie gesproken over de daden
van God. Daarmee wordt verwezen naar het heil, dat nu en dan
concreet zichtbaar wordt en gestalte krijgt in de gebeurtenissen. Wie
bidt doet dat in het verborgene: wat naar buiten komt is een mens die
zich laat leiden door heilige geest.
Bidden is wel
vergeleken met ademhalen: het bidden verhoudt zich tot het leven als
het inademen tot het uitademen. Een mens kan niet alleen bidden. Een
mens moet ook niet alleen doen. Daarom was het advies in de
Middeleeuwen: bid en werk. Zo kan Gods schepping door
mensenhanden worden voltooid.
DAGELIJKS BROOD
De vertaling van wat hier in het
Grieks staat - τον αρτον ημων
τον επιουσιον
- met "dagelijks brood" is opmerkelijk. We weten namelijk
niet precies wat het vijfde woord betekent. De "textus
Vaticanus" vertaalt met panem nostrum supersubstantialem; niet
gewoon maar brood, maar brood in overdrachtelijke betekenis.
Misschien is dit ingegeven door wat we lezen in Mattheus 4:4, waar
wordt verteld dat Jezus de duivel, die hem op de proef stelt,
antwoordt: een mens leeft niet van brood alleen maar van elk woord
dat komt uit Gods mond. Anderzijds: de oerverhalen uit het Oude
Testament vertellen, dat de Israëlieten niet meer manna mochten
verzamelen dan ze strikt nodig hadden. Aannemelijker is dan ook dat
het hier gaat om brood voor een dag. We moeten ons immers geen
zorgen maken over de dag van morgen. Want iedere dag heeft genoeg aan
zijn eigen kwaad. Dit lijkt meer in overeenstemming met het evangelie
volgens Mattheus: de bede om kracht en wijsheid om te leren om te
gaan met de ongewisheid van het bestaan. De zoon des mensen heeft -
zoals we elders lezen - geen vaste woon- of verblijfplaats, in
tegenstelling tot de vossen: die hebben holen.
SCHULD EN VERGEVING
Bij schuld denken wij
al snel aan de wetmatigheid oorzaak en gevolg: wat heb ik veoorzaakt?
Heb ik daar schuld aan? Maar het beeld, dat Mattheus geeft is
enigszins anders.
Al eerder werd, als sleutel voor de
interpretatie van deze bede, gewezen op de gelijkenis van de koning
die afrekent met zijn slaven. Uitgaande van die gelijkenis zou je een
aantal dingen kunnen zeggen:
Het uitgangspunt is dat aan ons iets is toevertrouwd - in bruikleen is gegeven. Vroeg of laat moeten we dat teruggeven. Maar het is ons niet zomaar toevertrouwd: we moeten er ook iets mee doen, waardoor het aan waarde wint.
Wat daaruit voortvloeit is dat van een mens verwacht wordt is, dat hij met medemensen op dezelfde wijze omgaat als God met ons: liefdevol en barmhartig.
We worden afgerekend op grond van dit parallellisme: vandaar dat er een onmiddellijke samenhang bestaat tussen de mate waarin wij vergeven en de mate waarin we vergeving ontvangen.
VERZOEKING
Brengt God ons in verzoeking? Dat niet:
maar God lijkt nu en dan te zwijgen. De verborgenheid van God kan
maken, dat we verloren raken.
Volgens Mattheus is het de duivel,
die ons in de verleiding brengt om van ons geloof af te vallen.
Daarbij doet de duivel een appèl op onze hebzucht, ons
verlangen naar autonomie en macht, ons "gezond verstand"
enz. De vraag daarbij is, of we opgewassen zijn tegen deze krachten.
De bede is gebaseerd op de veronderstelling, dat het menselijk is om
voor deze machten te zwichten. Kunnen we ons daartegen wapenen? Is
het mogelijk om al de stemmen, die in het diepst van ons bewustzijn
om het hardst roepen om in opstand te komen tegen God - stemmen die
pleiten voor autonomie - te weerstaan? In wezen gaat het bij dit
alles om godsverduistering. Leid ons niet in verzoeking zou je
ook kunnen verstaan als de bede een bede aan God om door zijn geest
ervaarbaar nabij te blijven. Verlos ons van die machten!
Tot slot
hierover nog twee opmerkingen:
Onze verlossing is een zaak van
Gods Geest, die vrijmaakt en geneest. We vinden bij Mattheus dan ook
geen spoor van de gedachte dat we zijn verlost door de kruisdood van
Jezus.
Belangwekkend is ook de latijnse vertaling: "ne
iudicas...": beoordeel ons niet als we worden verzocht! Dit
impliceert, dat een mens niet is opgewassen tegen de machten van het
kwaad: erbarm U God, en reken het ons niet aan, wanneer we bezwijken!
Dit heeft overigens meer weg van een interpretatie dan van een
vertaling!
Naar de volgende pagina
Terug naar de indexpagina
Reactie? Zend een E-mail
Voor het laatst herzien: oktober 2011.