TEKSTEN DIE KUNNEN WORDEN GEBRUIKT BIJ EEN VESPERDIENST VOORAFGAAND AAN PASEN

  1. VOORBEREIDING
    Wanneer we de stilte zoeken om ons voor te bereiden op Pasen, vloeit dat voort uit de bijbelverhalen, die gaan over over de mens zoals die is bedoeld en zou moeten zijn: een goddelijke Geest in mensengestalte.

    Verteld wordt, dat Jezus van Nazareth zo iemand was. Een mens om je in te herkennen; om je verbonden mee te voelen. Wat zou de wereld zou er anders uitzien, wanneer we zouden kunnen leven zoals hij: uit de liefde voor de medemens. Wat zou de wereld er anders uitzien, als alle haat en nijd tussen mensen plaats zou maken voor het diepe besef dat elk ander mens kostbaar is en al onze toewijding waard.

    Maar zo is het niet: verteld wordt, dat deze Jezus ter dood is gebracht. Is er voor zo'n mens dan geen plaats in deze wereld? Zijn wij in de grond van ons hart niet gediend van een leven in zijn geest? Wat maakt toch dat wij 'het licht' vaak niet verdragen?

    Hij werd vermoord: zo kan het klaarblijkelijk gaan. Daar word je stil van. Vooraf aan Pasen komen mensen bij elkaar, om na te denken over deze geschiedenis en wat die betekent. De moord op Jezus heeft mensen niet alleen geschokt; het heeft ook mensen, die niet konden en wilden geloven dat hierover het laatste woord gezegd was, met elkaar verbonden tot een gemeenschap: de kerk. (Gr.: "kyriakos = 'van de heer').

  2. LITANIE (J.C. van Schagen)
    Maak ons langzaam als het groeien van het wonderlijk koraal, beneden in uw heimelijke diepten.
    Maak ons langzaam als het stille klimmen van de sappen in een plant en maak ons langzaam als het rijpen is van vruchten.
    Maak ons stil dan als het suizen van de nachtwind in het donker gras, een verre zomernacht - een man lag wezend in het hoge gras en hij verstond uw komen, maak ons stil als het suizen der geheimen in ons bloed.
  3. HET KRUIS: als kosmisch teken
    Van oudsher is het kruis gezien als symbool van het centrum van de wereld, het punt waar de tegendelen met elkaar worden verbonden: hemel en aarde, rechts en links, goed en kwaad.
    In de apocriefe geschriften van de apostel Andreas wordt al gesproken over het kosmische mysterie dat schuilgaat in het kruishout. In die geschriften lezen we:
    "O kruis, ik ken je mysterie, ik weet waarom je bent opgericht. Je bent immers vastgeramd in de wereld om wat rusteloos is vast te maken. Je reikt tot in de hemel om te wijzen op de logos die van boven komt. Je reikt naar rechts en naar links om de vijandige macht op de vlucht te drijven en de wereld bijeen te houden. En je bent geplant in de diepte van de aarde om datgene wat op en onder het aardoppervlak is te verbinden met de hemel!
  4. HET KRUIS: als symbool van mens-zijn
    Het kruis is ook het symbool van het menselijk bestaan. Ook de mens bevindt zich in het centrum van tegenstellingen. Een mens wordt heen en weer geslingerd tussen zijn verschillende behoeften, tussen hartstochten en deugden, tussen geest en materie. Dat weten we allemaal. En leeft niet diep in elke mens het verlangen naar harmonie? Naar eenheid? Hoe moeten we omgaan met al die stemmen in onszelf, die elkaar tegenspreken? Het kruis is altijd gezien als een weg naar harmonie: rust vinden we pas als we kans zien de begeerten te laten voor wat ze zijn.
  5. HET KRUIS: als verwijzing naar onze levensopdracht
    Het kruis wordt dan ook gezien als teken van het lijden: een mens moet zijn kruis opnemen, d.w.z. geduldig en standvastig dragen wat het lot brengt. Niemand kiest zijn eigen lot. Elk mens heeft zijn eigen lot en daarmee ook zijn eigen levensopdracht.
  6. HET KRUIS: als teken van hoop
    Van de Griekse held Odysseus wordt verteld, dat hij zich liet vastbinden aan de mast van zijn schip, om op die wijze het zingen van de syrenen te kunnen weerstaan. Kerkvaders hebben in dit verhaal over Odysseus een voorafspiegeling gezien van de gelovige: om de veilige haven van het vaderland te kunnen bereiken moeten we vasthouden aan het kruis - de mast van het schip van de kerk.
  7. HET KRUIS: als zegen
    Het woord 'zegen' hangt samen met het woord 'signum', dat teken betekent. De tekens van onderweg zijn ons gegeven opdat we zouden leren die te verstaan. Zo geeft ook het kruis zijn geheim alleen prijs aan hen, die willen proberen om dit teken te verstaan. Zoals alle "symbola fidei" - symbolen van het geloof geeft ook het kruis zijn zegenrijke betekenis pas prijs na een leven lang zoeken naar zin. Dan kan duidelijk worden dat het kruis herkend wordt als teken van nieuw leven, vanuit het geloof dat we ons niet moeten laten leiden door wereldse maatstaven, maar door de goddelijke geest van Jezus Christus.
  8. Lezing uit Marcus 9: 2-10

    En na zes dagen neemt Jezus Petrus, Jacobus en Johannes apart; en hij brengt hen bovenop een hoge berg, met zich alleen. En hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd: ook zijn klederen werden glanzend en heel wit; geen volder ter wereld kan dat zo maken. Toen vertoonde zich hun Elia met Mozes, zoals zij met Jezus in gesprek waren. En Petrus wil reageren en zegt tot Jezus: "Rabbi, goed is het dat wij hier zijn. Laten we dus drie tenten opslaan, voor jou één, en voor Mozes één en één voor Elia." Want hij wist niet hoe hij moest reageren; ze waren immers erg geschrokken. En wat gebeurt: een wolk overschaduwt hen en er komt een stem uit de wolk: "Deze is mijn zoon, mijn geliefde. Luistert naar hem." En plotseling, toen ze om zich heen keken, zagen ze niemand meer dan Jezus, alleen met henzelf. En terwijl ze de berg afdalen houdt hij hun voor dat ze aan niemand zouden vertellen wat ze hadden gezien - maar pas als de Mensenzoon uit de doden zou zijn opgestaan. En dat woord hielden zij vast, elkaar bevragend wat dat dan wel was, dat opstaan uit de doden.

  9. Gedachten over opstanding

    "Elkaar bevragen wat dat dan wel is, dat opstaan uit de doden."

    Er staan heel wat verhalen in de bijbel waaruit blijkt dat een leven, waartoe God ons roept, niet zonder risico's is. Wat er van een gelovige wordt gevraagd - wil hij/zij werkelijk geloofwaardig zijn - is, dat hij opstaat en op weg gaat. Niet omdat dat altijd aantrekkelijk is, niet uit eigenliefde: maar eerder vanuit een zekere na‹viteit. Zo leven lijkt op het gaan van een weg bijna "tegen beter weten in".
    Zoals ooit Abraham, en Mozes, en Elia, en ook Jezus op weg gingen: tegen beter weten in....
    Sta op, en ga....
    En ze bevroegen elkaar, wat dat dan wel is: dat opstaan uit de doden. Wil het leven niet verworden tot een zinledig bestaan, dan zullen we moeten opstaan, en op weg gaan.

    We zouden nu elkaar kunnen bevragen, wat dat is... Maar op deze avond willen we luisteren naar anderen.

  10. Elie Wiesel
    Ik herinner me. het is gisteren gebeurd of eeuwigheden eerder. Een kleine joodse jongen ontdekt het rijk van de nacht. Ik herinner me zijn verbijstering. Ik herinner me zijn angst. De gebeurtenissen hadden zich ontrold met onwerkelijke snelheid. Het ghetto. de deportatie. De verzegelde treinwagon. Het oplaaiende altaar waarop de geschiedenis van ons volk en de toekomst van het menselijk geslacht zijn geofferd. Ik herinner me: de kleine joodse jongen keerde zich naar zijn vader en vroeg hem: "Is het mogelijk dat dit waar is?" Uiteindelijk leven wij in de twintigste eeuw en niet in de Middeleeuwen. Wie kan zich in onze dagen deze misdaden veroorloven? De wereld kan toch niet blijven zwijgen". En zie, nu keert de kleine joodse jongen zich naar mij en vraagt me: "Zeg me, wat heb jij gemaakt van mijn toekomst? Wat heb jij gemaakt van je leven dat het mijne is?" Ik antwoord hem dat ik heb geprobeerd; ja dat ik heb geprobeerd de herinnering aan zijn leven en het leven van zijn herinnering veilig te stellen. Ik heb de vergetelheid en de leugen bestreden: vergeten, dat is kiezen voor medeplichtigheid.
  11. Titus Brandsma
    Het leed kwam telkens op mij aan.
    Onmogelijk het af te weren.
    Met geen tranen te bezweren.
    'k Had het anders lang gedaan.
    Toen ging het boven op me staan
    tot ik stil lag zonder wenen.
    Duldend, wachtend moest ik leren.
    En toen eerst is het heengegaan.
    Dat is nu al een poos geleen,
    ik zie het nu van verre nog.
    En ik begrijp niet, waarom toch
    ik toen zo leed met veel geween.
  12. Dagboekfragment
    (uit een dagboek van een onbekende, die zijn/ haar partner heeft verloren)

    "Je bent nog zo dichtbij in hoe ik in dit leven sta, in hoe ik door het leven ga. Jouw dood bracht nieuw leven. Nieuw leven in onverwachte kontakten, spontane vriendschappen, en bijzon- dere momenten, als kleine gebaren op de golven van wat is gebeurd. Af en toe overspoelt nog een golf het strand. Mijn verleden doorstroomt op die manier het heden. Het herbront me en loutert en zit niet in de weg. Af en toe noem ik je naam en zal dat blijven doen. Je maakt deel uit van het goede dat het leven mij tot nu toe bracht. Ik kan de aardschok niet loochenen die mij trof. Ze leerde mij het leven te leven zoals het komt. Ze leerde mij de kleine dingen te waarderen, intens te genieten van mensen rond me en van vriendschappen op mijn pad. In het goede wat me tegemoet komt, leef ik jaren voort. En de steppe, de steppe hield woord: ze hield de belofte die ze in zich droeg en kwam opnieuw tot bloei.

  13. Ida Gerhardt
    Licht uit licht

    De liefde bidt voor wie
    niet weten wat zij doen;
    gekruisigd blijft zij stil
    voor wie de hamer heft.

    En na de sabbath keert
    zij tot de treurenden,
    verrezen uit het graf
    wandelt zij in de hof.

    Onherkend zit zij aan,
    met hen, met u, met mij
    te Emmaüs, tot het brood
    door Hem gebroken wordt.

  14. Belijdenis

    Ik geloof in de Geest
    van leven en liefde
    ver aan mij vooraf,
    royaal aan mij vooruit,
    maar soms ook in mij aanwezig.
    Soms noem ik hem God.
    Maar het liefste
    noem ik haar Schepper.

    Ik geloof in mensen,
    gedreven door die Geest,
    die mij voorleven
    wat leven betekent
    en wat liefde vermag.
    Daarom geloof ik in Jezus
    en in zoveel anderen
    die leefden en leven
    zoals Hij.

    Ik geloof in de Gemeenschap
    van de Geest:
    mensen die samen
    zich oefenen in recht doen
    en vrede stichten
    in breken en delen.

    Ik geloof in het goede
    dat wij nu eens verbergen
    dan weer openbaren.
    En ik geloof dat het goede
    het kwade zal overleven
    dat niet het laatste woord
    zal zijn aan de dood,
    maar aan de liefde
    en het leven.

  15. Een teken zonder woorden

    Na deze verhalen willen we nadenken over ons eigen levensverhaal. Is in dat verhaal sprake van "licht" dat ons draagt?
    Je zou daarbij kunnen denken aan de kern van je wezen, de kracht waaruit je bestaat.
    Je zou daarbij ook kunnen denken aan mensen, die veel voor je betekenen: mensen die - ongeacht of zij nog in leven zijn of niet - jou dragen en de weg wijzen.
    Aan hen en aan het licht, dat in jezelf is gelegd, zou je kunnen denken wanneer je, als teken van het licht dat jou draagt, een kaars ontsteekt.

Terug naar het begin van deze pagina

Reactie? Zend een E-mail

Terug naar de inhoudsopgave preken

Terug naar de INDEXPAGINA VAN DE WEBSITE

© A.E.J. Kaal, 2003.

Last updated 19.2.2007