Lezingen:
Mattheus 21:18-22
Romeinen 8: 18-23.
Inleiding
Volgens de kerkelijke traditie wordt vandaag het kruis op het
hoogaltaar met een witte doek bedekt; en de priesters dragen
witte gewaden. Zo wordt het lijden van Jezus nog
even buiten het gezichtsveld gehouden. En overheerst de
vreugde: over de dienende liefde. Vandaag gaat het om de
verinnerlijking van het besef, dat God in zijn Liefde ons
bestaan heeft gewild, en dat het daarom ook van dag tot dag wordt vernieuwd.
Als we de betekenis daarvan ten volle
zouden beseffen, ja - als we daar werkelijk uit zouden kunnen
leven: zou ons leven dan niet winnen aan betekenis?
Preek:
DE ONVRUCHTBARE BOOM
Het verhaal over de onvruchtbare vijgeboom die wordt vervloekt
kun je alleen begrijpen als je weet hebt van bomen in de tuin
van je eigen leven, die daar ooit zijn geplant en die nooit
vrucht hebben gedragen. Alle zorg en aandacht ten spijt.
Hoeveel energie heb je daar soms niet in geïnvesteerd!
Hoeveel tijd heb je niet er aan besteed? De boom is wel
gegroeid en is steeds groter geworden. Steeds massaler. Neemt
steeds meer ruimte in. Maar: geen vruchten!
Nog nooit. Elke keer als er een knop aan kwam, kwam er
mogelijk ook weer iets van verwachting. En misschien heb je
vaak gedacht: ik geef hem nog één jaar kans. Maar naarmate de
boom ouder en daarmee vertrouwder werd, werd het ook
moeilijker om die boom te vervloeken! Een mens raakt
uiteindelijk gehecht aan alles. Heb je ervaring met zulke
bomen in de tuin van je bestaan?
Dat kan je werk zijn. Dat kan een relatie zijn. De verhouding
met een broer of een zuster.
ONS GELOOF
Misschien is ons geloof ook wel zo'n boom. Een boom die daar
op een of andere manier is gekomen en die we altijd hebben
laten staan: anders hadden we hier niet gezeten. Een boom die
we hebben omzorgd - al was het nu en dan misschien wel
eens met een zekere dubbelhartigheid.
Daarvoor wij zijn kinderen van de Verlichting: we leven immers
in een cultuur die diep geworteld is in rationaliteit, in welbegrepen eigenbelang,
en dikwijls in een schijnheiligheid waarin amper ruimte bestaat voor God?
Hebben we niet geleerd om God overbodig te maken door alle mogelijke vernuftige
overlevingsstrategieën?
Al wat gij in vertrouwvol gebed zult vragen, zult gij
verkrijgen...
Zulke woorden berusten op een ander weten, een anderssoortige
kennis. Er is vaak gezegd, dat de kerken leeglopen omdat God niet kan
bestaan binnen een wereld, die rationeel wil worden begrepen.
Maar het zou toch ook kunnen dat de kerken leeglopen, omdat
daar door de eeuwen heen godsbeelden zijn verkondigd, die
bepaald waren door een menselijk verlangen naar helderheid en
begrijpelijkheid?
Naast de kennis van het hoofd is er ook nog een ander weten:
de kennis van het hart. In de traditie van de mystiek spreekt men
wel van de "docta ignorantia" - de wijze
onwetendheid. In dat licht kunnen onvruchtbare bomen niet
langer bestaan. Want daar is een openheid van geest, die
bevrijdt en die het mogelijk maakt om alles wat zwaar valt en
pijn doet te verdragen: omdat de zwaarte niet opweegt tegen de
vreugde over het wonder van er-zijn, de dankbaarheid voor wat we ooit aan
het begin en elke dag opnieuw uit Gods hand ontvangen.
De betekenis van het heilig avondmaal wordt pas helder vanuit
deze docta ignorantia, dit niet-weten: brood en wijn
verwijzen naar het wonder waaraan dan ook niets valt uit te leggen:
het gegeven, dat we ons leven vanaf de keer toen we voor het eerst het levenslicht
zagen tot op vandaag net zo ontvangen als we vanavond het
brood ontvangen. Het gegeven dat in zelfverloochening en het anvarden van
het daar dikwijls uit voortvloeiende lijden op een
mysterieuze wijze krachten verborgen liggen, die ons in staat stellen zijn om
waardig mens te zijn. Dat we deze wijsheid kunnen indrinken, zoals
we vanavond zullen drinken van de wijn.
Bid dan: "Kom Heer, wees hier vanavond in ons midden."
DE LEZINGEN:
Mattheus 21:18-22
Maar zij is niet zonder hoop, want ook de schepping zal
verlost worden uit de slavernij der vergankelijkheid en delen
in de glorierijke vrijheid van de kinderen van God. We weten
immers dat de hele natuur kreunt en barensweeën lijdt, altijd
door. En niet alleen zij, ook wij zelf, die toch reeds de
eerstelingen van de Geest hebben ontvangen - ook wij zuchten
over ons lot zolang wij nog wachten op de verlossing van ons
lichaam.
.
's Morgens vroeg, op de terugweg naar de stad, kreeg Hij
honger. Hij zag een vijgeboom langs de weg staan en ging
ernaar toe, maar vond er niets dan bladeren aan. Daarop sprak
hij tot de boom: "In eeuwigheid zult gij geen vrucht meer
dragen." Op slag verdorde de vijgeboom. Bij het zien daarvan
vroegen de leerlingen verbaasd: "Hoe is die vijgeboom zo
ineens verdord?" Jezus gaf hun ten antwoord: "Voorwaar, Ik zeg
u: Als gij maar geloof hebt en niet twijfelt, zult ge niet
alleen doen wat ik met die vijgeboom heb gedaan, maar zelfs
als ge tot deze berg zegt: Hef u op en stort u in de zee, dan
zal het gebeuren. En al wat gij in vertrouwvol gebed zult
vragen, zult gij verkrijgen."
Romeinen 8: 18-23.
Ik ben er van overtuigd, dat het lijden van deze tijd niet
opweegt tegen de heerlijkheid waarvan ons de openbaring te
wachten staat. Ook de schepping verlangt vurig naar de
openbaring van Gods kinderen. Want zij is onderworpen aan een
zinloos bestaan, niet omdat zij het zelf wil, maar door de wil
van Hem die haar daaraan onderworpen heeft.
Terug naar het begin van deze pagina
Reactie? Zend een E-mail
Terug naar de inhoudsopgave preken
Terug naar de INDEXPAGINA VAN DE WEBSITE
© A.E.J. Kaal, 2003.