De wolk van niet weten?

De lezingen waren:
Exodus 24: 12-18
Matteüs 17: 1-9


De verborgenheid van God?

De beide verhalen van deze ochtend gaan over de verborgenheid van God. Uit de mystieke traditie kennen we een aanduiding van God, die op deze verhalen teruggaat: God wordt daarin genoemd "de wolk van niet weten". Maar hebben we enig idee wat daarmee bedoeld zou kunnen zijn?

Iemand zou kunnen zeggen: "Een mooie uitdrukking die ons, mensen uit de 21ste eeuw wel moet aanspreken; immers, wat weten we nu eigenlijk van God? Ik herinner me de woorden van Gagarin - de eerste ruimtereiziger. Hij zei dat hij daarboven, zwevend in de hoogte, God niet had gezien. Ook daar niet. Door onze wetenschap en techniek lijkt het wel of de mens in staat is om elke millimeter van het heelal te scannen, en zo wetenschappelijk vast te stellen dat er voor God geen plaats is in onze werkelijkheid. God is niet waarneembaar. Anders gezegd: wie op zoek gaat naar God vanuit het rationele denken, komt God maar moeilijk op het spoor. Natuurlijk: er zijn denkers, die erop wijzen dat de mens begrensd is - ook in zijn denken, en dat we niet in staat zijn om over onze eigen horizon heen te stappen. We zouden bescheiden moeten zijn, en weet hebben van onze grenzen. Want er is altijd veel meer, dat we niet weten dan wat we wèl weten. Je zou, zó redenerend, in die gebieden waar we nog geen weet van hebben, een plaats voor God kunnen reserveren. Maar is dat niet een kwestie van tijd?"
Wie langs deze wegen denkt, begrijpt 'de wolk van niet weten' als een verwijzing naar datgene waar we (nog) geen zicht op hebben. Een verwijzing naar die gebieden van de werkelijkheid, die we nog niet in kaart hebben gebracht. Maar zou dat bedoeld zijn?

Het verkennen van de werkelijkheid, zoals ik dat nu heb beschreven, heeft een tweetal karakteristieken: 1. het zou U opgevallen kunnen zijn, dat de mens in deze benadering het middelpunt is. Verondersteld is, dat we de wereld zouden moeten onderzoeken en verkennen zoals je een stad of een vreemd land verkent: je neemt ergens je intrek, en van daaruit maak je tochtjes. In steeds grotere kringen. Zó breng je je omgeving in kaart. Zo doen we dat toch? Het lijkt heel logisch. 2. Een ander kenmerk is de veronderstelling dat de wereld bestaat zoals hij bestaat: dat de werkelijkheid een statisch geheel is; en dat het ons te doen moet zijn om wetenschap: "kennis die zeker is, die vaststaat en evident is". In zo'n ontische benadering van de werkelijkheid moet een mens wel vervallen tot atheïsme.

====

Maar laten we eens een andere mogelijkheid overwegen. Zou Gods verborgenheid te maken kunnen hebben met onze onwetendheid? Zou het kunnen zijn, dat de verborgenheid van God samenhangt met onze blinde vlekken? Is het voorstelbaar, dat we onze zintuigen overschatten? Dat we niet de juiste antennes gebruiken? Of dat we de antennes, waarmee we daartoe zijn uitgerust, niet goed hebben afgestemd? Misschien zijn we wel niet meer goed in staat, om die processen in de werkelijkheid te ontdekken waar het in de taal van het geloof over gaat als gesproken wordt over 'het komen van God's koninkrijk', 'zijn liefdevol handelen', 'onze roeping' en 'de wegen die Hij wijst'. Zou de New-Age-beweging in die zin gelijk hebben, wanneer zij stelt, dat de crisis in onze cultuur veroorzaakt wordt door een "defect" in onze waarneming?

De verhalen van vanochtend, over Mozes en over die drie speciale leerlingen van Jezus, zou je kunnen lezen als aan parabel die gaat over mensen die moeten leren "zien": niet een andere werkelijkheid, maar de werkelijkheid anders. Te beginnen bij het leren 'zien' van onszelf in een ander licht. "Wie is de mens, dat Gij hem bijna goddelijk hebt gemaakt?" - vraagt de schrijver van psalm 8 zich af. Hier is een gelovige aan het woord, die probeert door Gods ogen naar de mens te kijken: wie ben ik eigenlijk dat ik er mag zijn? Wat mag er van mij worden verwacht? Waartoe de mogelijkheden, die mij zijn ingeschapen? Heb ik daar wel oog voor? Niet de wereld is het object van zijn verwondering, maar het eigen bestaan.

De kerk is zich lang bewust geweest van de noodzaak van mystagogie: mystagogie is kunst om 'leken' in te wijden / oog te laten krijgen voor de verborgenheid, voor het mysterie; voor de werkelijkheid in een ander licht dan het daglicht. Wie leert zien in dat andere licht schijnt te gaan zien dat daarin niet de mens centraal staat. Van Jezus mag een kind in het midden staan: die ziet nog onbevooroordeeld, open; die kan nog zien zonder onmiddellijk op alles op zichzelf te btrekken en op alles een etiket te plakken en daarmee een plaats te geven.
Het is niet toevallig, dat in de bijbel, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament, met terugkerende regelmaat wordt gesproken over de blindheid van de mens en de noodzaak om 'genezen' of 'herboren' te worden.

De veertigdagentijd is van oudsher een tijd bestemd voor inkeer, voor versterving, een tijd van onthechting: de dingen moeten van hun plaats / hereikt. De kerk heeft er, mogelijk ten onrechte, een tijd van catechese van gemaakt: dat woord doet denken aan een leslokaal. Wie wil toetreden tot de geloofsgemeenschap moet eerst maar eens een kursus volgen om te leren alles op een rij te zetten. Alsof heilsgeheimen zouden kunnen worden uitgelegd!
In de verhalen van vandaag wordt gesproken over zes dagen - van wachten, wachten op God. En daarmee ook van verwachten. Dionysius de Areopagiet, één van de Griekse kerkvaders, zegt het als volgt:
"O mens, niet gij bent het, die God maakt
maar God is het die u maakt.
Als ge dus het werk van God zijt
wacht dan rustig op de hand van de kunstenaar."
Wachten, stil worden, receptief worden, en open voor het ervaren van de kracht van de Geest, de scheppende Hand van God die kracht geeft en opwekt / doet opstaan / in opstand doet komen tegen alles wat we normaal zijn gaan vinden.

====

Jezus trok zich met zijn drie uitverkoren leerlingen terug inde eenzaamheid. De stilte daar werd daar doorbroken door de Stem uit de wolk: "Dit is mijn geliefde zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!"; en er voltrok zich een verandering: voor hun ogen wordt Jezus een andere gestalte; zijn gezicht wordt stralend als de zon en zijn kleren worden wit als het licht."
Laat vooral niemand proberen om dat uit te leggen, wat er hier gebeurt! Het verhaal vertelt in de taal van de poëzie wat er kan gebeuren wanneer een mens zich in de eenzaamheid verstaat met Elia en Mozes: de twee gidsen op de levensweg: Elia, de vertolker van Gods toorn over de wijze waarop de mens van tijd tot tijd zijn vrijheid gebruikt; en Mozes: de gids, die uitlegt wie op de goede weg zijn - zoals Jezus, die als een tweede Mozes datzelfde doet in zijn bergrede. Op de goede weg zijn de armen van geest...

====

Heeft zo'n getuigenis nog iets te zeggen? In een tijd, waarin we van kindsbeen af worden getraind in zelfredzaamheid en zorg voor ons eigen welzijn? Waarin mensen zich vooral druk lijken te maken om kennis, invloed, zelfbehoud, eigen veiligheid, welvaart, vrije tijd, privacy en levensgeluk? En waarin we uitzien naar welverdiende rust tijdens onze levensavond?
Staan wij nog open voor het evangelie, waarin de mens wordt opgeroepen om uit het centrum weg te stappen? En de vraag toe te laten of er geen zaken zijn die wezenlijker zijn dan de zorg voor het eigen levensgeluk? Wie ernst maakt met de zinnen, die we zoëven biddend zongen
"Dat ons geen drift geen pijn verblindt /
geen hartstocht ons verwart /
ja (..), spreek tot ons in vuur en wind /
o stille stem in 't hart",
moet misschien wel tot het besef komen dat elke tijd lééftijd is, dat er - zolang wij ademhalen - geen einde komt aan onze levensopdracht, die elke dag weer anders is: omdat zich op elk moment weer nieuwe zaken aandienen, die van ons gevraagd worden.

Zou "de wolk van niet weten" niet te maken hebben met het mysterieuze verband dat er - naar men zegt - bestaat tussen "kracht en kruis", tussen "verzoening en vergeving", tussen "aanvaarding en vertroosting", tussen "genade en verlossing"?
Er is nu geen gelegenheid om dit alles verder uit te werken. Maar misschien zouden we voor de tijd tot Pasen wel de woorden die we zongen vanochtend tot onze bede kunnen maken:

"O Heer, die onze Vader zijt
wijs ons de weg der zaligheid
en laat ons hart, door U geleid,
met liefde voor u zijn vervuld."


DE LEZINGEN: Exodus 24: 12-18
De HEER zei tegen Mozes: 'Kom naar mij toe, de berg op, en wacht daar; dan zal ik je de stenen platen geven waarop ik de wetten en geboden heb geschreven om het volk te onderrichten.' Samen met zijn dienaar Jozua ging Mozes de berg van god op. Tegen de oudsten zei hij: 'Wacht hier tot wij terugkomen, Aäron en Chur blijven bij u. Mocht iemand een uitspraak in een geschil willen, dan kan hij zich tot hen wenden. Terwijl Mozes de berg op ging, werd deze overdekt door een wolk: de majesteit van de HEER rustte op de Sinaï. Zes dagen lang bedekte de wolk de berg. Op de zevende dag riep de HEER Mozes vanuit de wolk. En terwijl de Israëlieten de majesteit van de HEER zagen, als een laaiend vuur op de top van de berg, ging Mozes de wolk binnen en klom hij verder omhoog. Veertig dagen en veertig nachten bleef hij op de berg.

Matteüs 17: 1-9
Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jacobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht. Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: 'Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als u wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia.' Hij was nog niet uitgesproken of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: 'Dit is mijn geliefde zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!' Toen de leerlingen dit hoorden wierpen ze zich neer en verborgen uit angst hun gezicht. Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: 'Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn.' Ze keken op en zagen niemand meer. Jezus was alleen. Toen ze van de berg afdaalden gebood Jezus hun: 'Praat met niemand over wat jullie hebben gezien voordat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt.'

Terug naar het begin van deze pagina

Reactie? Zend een E-mail

Terug naar de inhoudsopgave preken

Terug naar de INDEXPAGINA VAN DE WEBSITE

© A.E.J. Kaal, 2006.