Soms wordt een kerkenraad of een commissie belast met een 'moeilijke opdracht'. Zo kan het gebeuren dat met een naburige gemeente moet worden gesproken over mogelijke vormen van samengaan. Of dat er een oplossing gezocht moet worden voor een structureel tekort aan inkomsten. Of dat er een ernstig conflict dreigt te ontstaan binnen de gemeente, waarbij de kerkenraad mogelijk in de beklaagdenbank komt te zitten. Of dat er dingen gebeurd zijn, die binnen de gemeente als een splijtzwam gaan werken. Wat dan?
EERSTE STAP: VRAGEN VERZAMELEN.
Op het moment dat het probleem zich manifesteert kun je er niet vanuit gaan, dat iedereen zich de volle omvang van het probleem realiseert. Zodra een probleem zich voordoet roept dat bij veel mensen veel vragen op. Je doet er goed aan tijd uit te trekken voor bewustwording. Bewustwording betekent 'vragen stellen en laten stellen': wat is er aan de hand? Met elkaar hardop nadenken over wat je zoal zou willen weten: dat is het eerste wat er moet gebeuren. Inventariseer alle mogelijke vragen, en probeer vervolgens om die vragen te ordenen. Het is vaak verleidelijk om vragen al snel van een antwoord te voorzien. Maar doe dat niet: het vergroot alleen maar de kans dat je later weer dingen moet rechtzetten. Immers: je ziet zo snel iets over het hoofd! Te snel antwoorden geven kan heel vervelende gevolgen hebben. Voorlopig gaat het er alleen om dat er globaal beeld ontstaat van de omvang en de aard van het probleem. Dat is nodig om een plan van aanpak te kunnen maken.
TWEEDE STAP: HET MAKEN VAN EEN PLAN VAN AANPAK.
Uiteindelijk zullen de vragen moeten worden beantwoord.
Maar door wie? Hoe komen "goede antwoorden" tot stand?
Wie moet(en) erbij betrokken worden. Dat moet je ook weten
om een plan van aanpak te kunnen maken. Moeten de vragen
beantwoord worden door een 'deskundige'? Moeten de vragen
beantwoord worden door 'de verantwoordelijken' (= de 'leiding',
t.w. de mensen die 'het voor het zeggen hadden')? Moeten de vragen
worden beantwoord door 'gewone' gemeenteleden met hun
'intuïtie', hun 'gezond verstand', en hun 'persoonlijke gevoelens'?
Traditioneel wordt aan deskundigheid en aan verantwoordelijkheid
veel meer gewicht toegekend dan aan de 'subjectieve' zienswijze
van 'leken'. Toch is dat, naar vaak achteraf blijkt, buitengewoon
onverstandig. De beste antwoorden op vragen komen tot stand
in samenspraak: wanneer gezocht wordt naar een aanpak
waarin aan alle drie de 'machten' recht wordt gedaan. In vele
gevallen zal dit betekenen, dat men de 'leken' moet stimuleren en
doordringen van het belang van hun visie en inbreng.
Zorg dus dat er een plan van aanpak komt, dat op deze 'participatie-gedachte'
is gebaseerd. Alvorens zo'n plan te kunnen maken dien je dus
zorgvuldig na te gaan, welke mensen en groepen mensen
betrokken dienen te worden bij het zoeken naar goede
oplossingen voor het probleem.
Wat verder aan de orde moet
komen zijn bij het maken van een plan van aanpak zijn de randvoorwaarden;
zaken zoals: hoeveel tijd geven we onszelf alles bij elkaar voor de afwikkeling
van het hele probleem? Zijn er kosten mee gemoeid? Dienen er voorzieningen
getroffen te worden voor de duur van het proces? Wie bewaakt/bewaken
de voortgang van het proces? Van wie hebben we de toestemming
nodig om dit stappenplan te mogen uitvoeren? Op welke tijdstippen
willen we tussentijds evalueren en met wie?
Wanneer het plan van
aanpak is gemaakt, vastgesteld en goedgekeurd kan met de uitvoering
ervan worden begonnen.
DERDE STAP: BEELDVORMING
Voor het oplossen van een probleem, zeker als het een complex
probleem betreft, is het eerstnodige dat er een volstrekt helder beeld
ontstaat van de situatie die is ontstaan. Wat is er precies aan de hand?
Wat is er gebeurd? Wat speelde daarin mee? Hoe is het gekomen?
In deze fase
zullen ongetwijfeld zaken aan de orde komen als (interne en/of
externe) oorzaken, machtsposities, onderlinge verhoudingen,
communicatiepatronen, onwetendheid, enz.
Vermijd ook in deze fase om al oordelen uit te spreken: dat kan
altijd nog wel. Het hoogste belang ligt op dit moment bij betrouwbare
informatie over de feiten: om die te kunnen krijgen is het van
belang dat mensen vrijuit kunnen praten, zonder angst voor wat
anderen daar mogelijk van vinden.
Het is goed om deze fase van beeldvorming duidelijk af te bakenen: dat kan door al van tevoren duidelijk te maken, dat deze fase wordt afgesloten met het maken van een rapport waarin het probleem wordt omschreven. Niet méér en niet minder.
VIERDE STAP: ANALYSE EN STRATEGIE
Hoe nu verder? Alvorens deze vraag te kunnen beantwoorden zal
de in het rapport beschreven situatie moeten worden
geanalyseerd:
Twee adviezen tot slot:
1. Leg steeds vast wat is gedaan, wat is bereikt, wat nog moet
worden gedaan, en wat voorts nog aandacht verdient.
2. Sluit aan het einde het hele proces (zo mogelijk) af met een
festiviteit samen met alle betrokkenen: "Kijk eens, wat we met
elkaar hebben bereikt", en maak (zo mogelijk) de samenhang
duidelijk tussen werkwijze, die is gevolgd (het proces) en het resultaat
dat is bereikt (product).
Naar de volgende pagina
Terug naar de indexpagina
Reactie? Zend een E-mail