LITURGIE

Uitzending en zegen

De dienst der gebeden verwijst naar de roeping van de gemeente om begaan te zijn met deze wereld. Bij de uitzending klinken opnieuw woorden, die een oproep vormen om altijd maar weer opnieuw met goede moed ter hand te nemen wat levensopdracht is: verantwoordelijkheid te dragen voor de geloofsgemeenschap als bewaarder en beelddrager van het goddelijke geheim van de liefde; het geheim van het verbond tussen God en mensen.De uitzending vormt een aansporing om daaraan gestalte te geven in het besef daar niet alleen voor te staan maar in verbbondenheid met elkaar en gedragen door "Gods zegen". Vaak klinken dan woorden, die ontleend zijn aan het boek Numeri:
"De ENE zegene U en behoede U;
De ENE doe zijn aanschijn over U lichten en zij U genadig;
De ENE verheffe zijn aangezicht over U en schenke U zijn vrede."

Letterlijk genomen vormen deze woorden een gebed: de zegen wordt toegebeden. Maar eigenlijk willen mensen vaak de zegen "ontvangen": ze willen nog eens horen wat God belooft en dus ook doet. Zij vatten deze woorden dan ook niet op als een bede, maar als een toezegging. Herhaaldelijk geven mensen desgevraagd te kennen dat zij het belangrijk vinden aan het einde van een dienst zó gezegend en bemoedigd te worden. Dit maakt het het overwegen waard of nu en dan niet ook andere woorden zouden moeten klinken, zoals bij het begin van de dienst: "God is trouw en waarachtig en laat niet varen...enz." of gedachtig aan wat is gezegd over de groet: "Ik zegen U, in de naam van de Eeuwige...enz"? Wij zegenen elkaar niet gemakkelijk, al was het maar omdat we ons niet gemakkelijk maken tot 'spreekbuis'van God. Toch lezen we in het Nieuwe Testament over 'het priesterschap van alle gelovigen' en 'de gemeenschap der heiligeen', die wij verzinnebeelden. Zouden we wellicht, wanneer we ons weer duidelijker bewust zouden kunnen worden van het 'heilig spel' en onze rol daarin, ook onze schroom kunnen afleggen? Anders geformuleerd: doen we elkaar niet tekort als we elkaar zo'n zegen onthouden? Hebt u wel eens iemand gezegend? En wat deed dat u? En de ander?

Wat is zegenen eigenlijk: begunstigen? Aanmoedigen? "Mijn zegen heb je", zeggen we weleens, om daarmee te kennen te geven dat we de ander in staat achten om te volbrengen wat haar / hem te doen staat. En om hem / haar toe te zeggen dat op onze steun gerekend kan worden wanneer dat nodig mocht blijken. Maar het mag duidelijk zijn dat de zegen daarmee te menselijk wordt: in geloof mogen we elkaar herinneren aan het wonder van de Heilige Geest, die dragende kracht die de grond vormt waarop wij kunnen staan - ook in situatie waarin wij op eigen kracht niet kunne vertrouwen. Zo gezien vormt een zegen een bemoediging, een herinnering aan Gods goedgunstigheid. Als gezegd wordt "moge Gods aanschijn over licht" wil dat zoveel zeggen, dat zijn gelaat oplicht - in alledaags Nederlands - dat er een glimlach verschijnt wanner de blik op ons valt; zoals moeders en vaders soms ineens kunnen glimlachen, wanneer ze kijken naar hun kind - ontroerd en ontwapend door wat ze zien. Hoe onbeholpen we soms ook bezig zijn, we mogen weten dat God ons met welwillendheid gade slaat. Elkaar daaraan te herinneren: is dat niet elkaar zegenen? En hoort dat niet ook tot onze levensopdracht?


Naar de volgende pagina

Terug naar de indexpagina.

Wilt U reageren? Zend een E-mail

© "KERKWINKEL KOINONIA", 2006.