De tijd tussen Kerstmis en Pasen wordt van oudsher gezien als een tijd van
voorbereiding: mensen worden geroepen om leerling te zijn. Ook wij worden
uitgenodigd om Jezus te volgen op zijn weg. We worden aangespoord om goed
te luisteren en waakzaam toe te zien en om ons aldus goede leerlingen te
betonen.
In de oude kerk vormde deze periode een tijd van voorbereiding op de doop;
later werd het voorbereiding op de "openbare belijdenis van het geloof"; en
in de laatste jaren horen we - ook in onze kringen - steeds vaker spreken
over de "veertigdagentijd": als een tijd van bezinning op het naderende
Paasfeest.
Wat vieren we met Pasen? Dat is een vraag waarop ooit misschien pasklare
antwoorden bestonden. Maar zulke antwoorden zijn achterhaald en bevredigen
ons niet. Het is een geloofsvraag: daarop zou ieder een eigen antwoord
moeten geven. Bijvoorbeeld door te leren de tocht van Jezus naar Jeruzalem
te gaan zien als spiegel van de menselijke levensloop; het mysterie van
dood en opstanding als een verwijzing naar de raadselachtige ontknoping van
ons eigen leven.
Voor hen, die het zo zien, houdt de tijd voor Pasen een uitnodiging in om
stil te staan bij al onze gedroomde illusies, bij alle gemiste kansen, bij
alle momenten van uitzichtloosheid: om te overwegen waar het met ons
heengaat . Tegelijkertijd kun je je er soms over verwonderen hoe de
levensweg, na iedere bocht, niet alleen weer verder blijkt te gaan maar ook
volstrekt nieuwe uitzichten biedt. Zulke kronkelwegen zijn het, die een
mens steeds dichter brengen bij zijn bestemming.
Wat vieren we met Pasen? Ons wordt verkondigd, dat het slecht met ons
afloopt en tóch goed. Dat dit op een of andere manier het einde niet is. En
dat, waar wij zaaien, anderen zullen oogsten. Zo wordt het ons verteld.
Herkennen we daarvan iets? Oogsten wij ook, waar anderen hebben gezaaid?
Een vraag daarbij is ook, of we de durf hebben om uit zulke woorden te
leven, en om daaruit conclusies te trekken voor onze tocht door het leven.
Zo gezien is Pasen niet een uitbundig feest: niet een feest met veel
rumoer, maar ingehouden. Het is dan ook niet toevallig, dat na het Pasen
nog vijftig dagen duurt voordat in de kerken de lofzang klinkt": De Geest
des Heren heeft een nieuw begin gemaakt!" De vreugde breekt pas door
wanneer we goed tot ons laten doordringen dat wij, ook als gemeente, ons
kunnen voorbereiden op een toekomst met nieuwe kansen en mogelijkheden.
Jezus stond op en vertrok...: willen wij hem volgen?
Naar de volgende pagina
Terug naar de indexpagina
Reactie? Zend een E-mail
© A.E.J. Kaal, 2003.