Vreemd: het idee dat dit de laatste keer is dat ik begin aan een meditatie
voor de gemeente Doesburg. Het is of daarmee een werk is voltooid. De
handtekening wordt gezet. Iets komt ten einde.
Maar terwijl ik dit schrijf realiseer ik me, dat een mens zich maar beter
geen dingen kan toeëigenen. Het is als met mensen, die samen op reis zijn.
Het is verleidelijk om te spreken van "mijn reis", maar het is niet
zorgvuldig.
Op een moment als dit gaan de gedachten onvermijdelijk terug... Naar het
begin, en naar de reisgenoten met wie de tocht begon. Naar hen, die de
tocht niet volbrachten. En naar hen, die zich pas later bij het reisgezelschap aansloten.
Maar de gedachten gaan ook uit naar de hoogten, die onderweg werden
beklommen, met hun inspirerende vergezichten en indrukwekkende stiltes; en
naar de dalen die werden doorlopen; naar de kruispunten onderweg, en de
keuzen die werden gemaakt.
Terugzien kan verdrietig zijn: als je denkt aan de verliezen, of aan de
teleurstellingen. Terugzien kan ook een tevreden en voldaan gevoel geven:
wanneer je je realiseert welke gebieden werden verkend en doorkruist.
En hoe de ervaring weer groeide: want reizen is ontegenzeggelijk een kunst
waarin een mens bedrevener raakt door ervaring. Terugzien kan ook een bron
zijn van vertrouwen in de toekomst: wanneer je beseft hoe belangrijk
reisgenoten zijn en wat er in betrekkelijk korte tijd kan groeien tussen
mensen aan respect, en aan begrip, en hoe mensen elkaar kunnen bemoedigen.
Graag wil ik, ook namens mijn vrouw, dank uitspreken voor het vertrouwen van velen, dat we in de afgelopen zes jaar hebben ervaren. En we wensen
u allen, hoe de reis ook moge gaan, Gods zegen toe.
Naar de volgende pagina
Terug naar de indexpagina
Reactie? Zend een E-mail
© A.E.J. Kaal, 2003.