Vroomheid? Wat is dat toch: dat mensen, die zeggen niets in de kerk te zoeken te hebben, zich toch met de kerk verbonden voelen? Deze vraag kwam in me op toen ik "La Chapelle du Rosaire" bezocht: een kleine kapel van Dominicanen in Zuid Frankrijk. De kapel is ontworpen door Henri Matisse (1869-1954), van wie bekend is dat hij een fervent atheist was. De mis begon om negen uur. Inmiddels had de kapel zich gevuld tot de laatste stoel: met gelovigen? Of waren het mensen, op zoek naar schoonheid, minnaars van schone kunsten en architectuur? De sfeer in de kapel werd bepaald door het felgele licht, dat door de glas-in-lood-ramen naar binnen viel: geel glas, met daartussen blauwe bladmotieven. Ongetwijfeld uniek. Nog nooit vertoond. Dat gold ook voor de kleding van de voorganger. Eveneens ontworpen door Matisse. En het altaar, voorzien van zes iele gouden kandelaars, met daartussen - in het midden - een ranke crucifix. De wanden van de kapel leken wit betegeld, met daarop in zwarte lijnen simpele afbeeldingen. Men heeft de "kinderlijke eenvoud" hiervan wel in verband gebracht met de ouderdom van de kunstenaar en de fysieke gevolgen daarvan. Maar de precisie en de trefzekerheid waarmee de gebaren en houdingen worden gekarakteriseerd, verraden het vakmanschap. Wat is het toch, dat een kunstenaar zoals Matisse op het laatst van zijn leven zijn heil doet zoeken in dergelijke onderwerpen? Wie meer van Matisse afweten vermelden, dat zijn hele leven een zoeken was naar schoonheid; en dat hij aspiraties had om de vreugde aan het bestaan terug te brengen tot eenvoudige kleuren en vormen. Henri Matisse is erom bekritiseerd: dat hij, een ongelovige, dit project heeft uitgevoerd; en, omdat zijn Kruisweg aanstootgevend zou zijn. Maar misschien zegt de kritiek ook wel iets over de kerkelijke traditie: waarin God eerder verbonden wordt met goed en kwaad (ethiek), met recht en onrecht (samenlevingsvraagstukken), of met liefde (relaties) dan met schoonheid en schoonheidsbeleving. Het idee om een kapel te ontwerpen groeide bij Matisse tijdens de eerste oorlogsjaren: toen hij op de vlucht voor de Duitsers, en na een operatie, liefdevol verpleegd werd door zusters Dominicanessen. Of het zo is of niet: ik schaar me bij diegenen, die in dit kunstwerk een uiting zien van een mens die, ondanks alle verschrikkingen, heeft ontdekt dat alleen al de ontroerende schoonheid in en om ons heen het leven de moeite waard kan maken. Of om het in zijn eigen woorden te zeggen: "C'est de la création de la Chapelle de Vence que je me suis éveillé à moi-même, et j'ai compris que tout le labeur acharné de ma vie était pour la grande famille humaine, à laquelle devait être révélé un peu de la fraîche beauté du monde par mon intermédiair". (Door het bouwen van de kapel in Vence ben ik mij ervan bewust geworden en ben ik gaan inzien dat al mijn inspanningen, mijn hele levenswerk is verricht ten dienste van de menselijke familie: aan hen moest door mijn toedoen iets zichtbaar gemaakt worden van de verfrissende schoonheid van de wereld). Roeping?
Naar de volgende pagina
Terug naar de indexpagina
Reactie? Zend een E-mail