DE INTOCHT IN JERUZALEM (Lucas 19:28-40)



Jezus rijdt op een ezelsveulen, gevolgd door een schare leerlingen. Kinderen spreiden kledingstukken uit op de grond. Anderen zijn in een boom geklommen om alles beter te kunnen zien. Uit de stad - Jeruzalem - komen mensen hem tegemoet om hem te begroeten. Op de achtergrond is Jeruzalem zichtbaar. En het gebergte.

Het gebergte suggereert dat het een sacrale gebeurtenis betreft. Bergen zijn imponerend: tegelijkertijd zowel afschrikwekkend als indrukwekkend. Bergen zijn tegelijkertijd bedreigend en vol beloften. Zo maken ze in zekere zin de verborgen nabijheid van God waarneembaar.
Bergen zijn verlokkend en nodigen ons uit om op te gaan, uit te stijgen boven het alledaagse. Maar dat is niet zonder gevaar. In het heldere licht daarboven wordt zichtbaar wat beneden verborgen bleef. De vraag is echter of we daar wel tegen bestand zijn, of we wel in staat zijn dit heldere licht te verdragen.

De stad symboliseert de samenleving. Mensen zijn kwetsbaar en zoeken veiligheid. Ze verschansen zich achter muren en verschuilen zich achter elkaar. Ze verbeelden zich dan dat ze daar beschut te zijn tegen de machten van het kwade. Maar niets blijkt minder waar. In de symboliek van de ikonen is de stad een plaats waar mensen in duisternis leven. De stad en het gebergte zijn dan ook elkaars tegenhangers: licht en duisternis.

Jezus daalt af uit de hoogte om het licht te zijn in een wereld vol duisternis.




Naar de volgende pagina

Terug naar het begin van de ikonengalerij

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2016.