Spiritualiteit heeft iets te maken met levenshouding: met de
wijze waarop we omgaan met elkaar, met de wereld waar we deel
van zijn, met de natuur, met de dingen die gebeuren, of met de
situatie waarin we ons bevinden. Ons bestaan wordt in sterke
mate bepaald door de wijze waarop we ons aangesproken voelen
en de manier waarop we reageren op wat er om ons heen gebeurt.
En ons handelen wordt voor een belangrijk deel bepaald door de
verantwoordelijkheid die we voelen voor onze omgeving.
Traditioneel wordt spiritualiteit religieus begrepen: gaat het
om hoe God ons aanspreekt, wat God met ons doet, en hoe God
door de kracht van zijn Geest ons schept en vormt. Deze visie
op spiritualiteit is in onze tijd allesbehalve
vanzelfsprekend. De vraag is dan ook of het begrip niet
moet worden verruimd: zo, dat ook atheïstische spiritualiteit
eronder kan worden begrepen. In alle gevallen kun je zeggen
dat spiritualiteit verwijst naar processen van verandering, en
van verdieping: voortkomend uit vragen naar de betekenis van
het feit dat we er zijn, de herkomst van onze angsten en
verlangens, de twijfels rond de gerechtvaardigdheid van een
leven in welvaart en in vrede, en zoveel andere facetten van
ons bestaan.
Onze levenshouding ontwikkelt zich in de loop van jaren onder
invloed van de omgeving waarin we opgroeien, leren en werken;
door de omstandigheden en het lot enerzijds, en door onze
aanleg, aard en mogelijkheden anderzijds.
Het woord spiritualiteit omvat nog iets meer dan alleen een
levenshouding. Spiritualiteit verwijst ook naar de bronnen van
inspiratie en bezieling: zoals ontroering, liefde en
tederheid. En spiritualiteit impliceert ook de gedrevenheid,
die daar soms het gevolg van is: om je in te zetten voor wat
jou lief en kostbaar is, voor bepaalde normen en waarden en
energie om de strijd aan te binden tegen krachten die
indruisen tegen wat we zelf als onze levensopdracht zien.
Dikwijls is spiritualiteit dan ook iets dat gewekt wordt of ontstaat binnen een
groep; en dat mensen met elkaar verbindt. De spiritualiteit van
een groep mensen vertoont doorgaans een zekere verwevenheid met datgene
wat men als waarheid erkent, wat men als zinvol beschouwt, en
waar men in gelooft. Om een voorbeeld te geven: je kunt
spreken van "de Franciscaanse spiritualiteit"; daarmee wordt
dan een vorm van vroomheid bedoeld die gericht is op het
realiseren van een leven "in de geest van Franciscus van
Assisi", een leven in eenvoud. Die spiritualiteit is sterk
religieus bepaald.
In de 19de eeuw ontstaat in West Europa het besef dat het
rationalisme en de Verlichting bezig is een aardverschuiving
teweeg te brengen in het denken over de christelijke cultuur:
zowel vanuit de romantisch-conservatieve hoek als van modern-socialistische
zijde wordt deze heersende cultuur ter
discussie gesteld: dat heeft gemaakt, dat tot in de jaren '30
van de 20ste eeuw werd nogal eens gesproken over "de
tijdgeest": in samenhang daarmee werd wel opgeroepen tot "een
nieuwe spiritualiteit". Daarmee werd het begrip spiritualiteit
bevrijd uit het domein van kerk en theologie en verbreed. Men
ging beseffen dat het een algemeen menselijke mogelijkheid is
om te leven voor "een goede zaak", te geloven in "een betere
wereld", om "bevlogen te raken" voor een idee, en te strijden
voor zaken zoals een menswaardig bestaan en een humane
samenleving.
In deze 'moderne' context impliceert spiritualiteit een sterk
besef van autonomie en, in samenhang daarmee een diep gevoelde
eigen verantwoordelijkheid voor cultuur, mens en samenleving.
Dat is winst, maar tegelijkertijd ook verlies: de winst is dat
de mens hierdoor verantwoordelijker is geworden voor zijn
eigen doen en laten; het verlies is dat de mens als gevolg van
deze ontwikkeling is geïndividualiseerd, en dat men - waar het
de samenleving betreft - vaak is gaan vertrouwen op
zelfregelende mechanismen. Dit gaat vaak ten koste van de
solidariteit en het gevoel van verbondenheid met groepen
mensen, voorzover men zich daarmee tenminste nog verbonden
voelt. Tegen deze achtergrond wordt het begrijpelijk wanneer
nu en dan stemmen opgaan die zeggen dat spiritualiteit ook
iets is waaraan het nu en dan kan gaan ontbreken. Er is dan
sprake van een zekere lauwheid, een gebrek aan bevlogenheid en
inspiratie.
Soms zijn het ingrijpende gebeurtenissen op het wereldtoneel, die als vanzelf een nieuwe spiritualiteit genereren. Zoals ooit de aardbeving van Lissabon (1755) de aanzet vormde voor de "Verlichting", en de aanslag op de twin-towers op 11 september de wereld heeft veranderd, zo zou ook de tsunami op de tweede Kerstdag in 2004 wel eens een bron kunnen zijn van nieuwe spiritualiteit.
Naar de volgende pagina
Naar de inhoudsopgave
Reactie? Zend een E-mail
© Kerkwinkel Koinonia, 2005.