LITURGIE

Het begin van de dienst

Voor sommige mensen begint de kerkdienst op het moment, dat de predikant een handdruk krijgt van het dienstdoende kerkenraadslid. Eens heb ik een kerkenraadslid horen zeggen, dat hij niet goed wist wat bij die handdruk te moeten zeggen. Misschien moet er wel niets bij worden gezegd: de handdruk is een ritueel ten overstaan van de gemeente dat laat zien dat de kerkenraad de leiding van de dienst toevertrouwt aan de voorganger. Daarmee kan het 'heilig spel' - want dat is een liturgie ook: met elkaar wordt iets uitgebeeld, en daartoe is er dan ook een bepaalde rolverdeling - beginnen. De handdruk heeft indirect dus ook betekenis voor de aanwezigen: want deze handdruk herinnert de gemeente aan haar eigen rol in dit 'heilig spel': de gemeente mag weten dat zij als gemeente een teken is in de wereld, dat wil zeggen een 'huis' waar (naar men hoopt) ook God present zal zijn om mensen te ontmoeten, een synagoge (grieks voor: 'plaats van samenkomst') - of, zoals het in een openingslied biddend wordt verwoord:

De vreugde voert ons naar dit huis
waar 't woord aan ons geschiedt.
God roept Zijn Naam over ons uit
en wekt in ons het lied.

Zal dit een huis, een plaats zijn waar
de hemel opengaat?
Waar Gij ons met Uw eng'len troost,
waar Gij U vinden laat?

Onthul ons dan uw aangezicht
enz.

Voor anderen begint de dienst al veel eerder. Er zijn mensen, die het gevoel hebben dat de dienst eigenlijk al begint op het moment dat ze van huis vertrekken. Vroeger sprak men wel over 'opgaan ter kerke', waarmee werd gerefereerd aan de pelgrims die in bijbelse tijden optrokken naar Jeruzalem, naar de tempelberg, de plaats waar hemel en aarde elkaar raakten. Men had toen nog een sterk ontwikkeld gevoel voor heilige ruimte en heilige tijd. Maar waar vind je die nog in een gesaeculariseerde wereld? Niettemin: er zijn gelukkig nog altijd veel mensen voor wie het zondaggevoel van betekenis is: het besef dat er een dag is voor 'verdieping' van het alledaagse, tijd voor het ontwikkelen en onderhouden van een andere manier van kijken naar de werkelijkheid.
Je zou ook kunnen zeggen, dat een dienst feitelijk begint met het "votum" (= de wijding): "Wijden wij onszelf en deze dienst aan de Eeuwige, die hemel en aarde en ook elk van ons heeft gemaakt...". In is deze woorden komt tot uiting, dat de gemeente bijeenkomt om te doen wat van een gemeente verwacht mag worden: danken, zingen, bidden, leren en vieren.

Toch is de intentie van de gemeente niet voldoende: de aanwezigen mogen ook weten en te horen krijgen, dat de Eeuwige ons tegemoet komt en "aanwezig" wil zijn en ook ís, "waar twee of drie mensen in mijn naam bijeen zijn: want daar ben ik", zegt Jezus. Vandaar, dat het votum altijd onmiddellijk gevolgd wordt door een groet: "Vrede zij u van Godswege...".
Het is, zoals uit zulke woorden blijkt, niet de voorganger die groet, maar - in eh t kader van dit 'heilig spel' de Aanwezige bij monde van de voorganger.


Naar de volgende pagina

Terug naar de indexpagina.

Wilt U reageren? Zend een E-mail

©"KERKWINKEL KOINONIA", 2006.