In maart is het weer zover: dan komen Remonstranten uit alle hoeken van het
land bijeen, om zich te beraden over de vraag wáár God te vinden zou kunnen
zijn.
Het Exodusverhaal vertelt ons over Israëlieten, die de woestijn introkken.
Ze richtten daar het gouden kalf op. Zoals ook wij misschien wel in ons
eigen leven steeds weer ons eigen "gouden kalf" oprichten: ons méér laten
leiden door ons eigen verlangen naar geluk, zekerheid, veiligheid, welvaart, gezondheid en wat het verder ook moge zijn, dan door de vraag waar
God te vinden zou kunnen zijn.
"Mozes spant een tent", staat er zo mooi, die bedoeld is als een plaats
voor gebed. We mogen dit woord "gebed" opvatten als de zoekende houding van
de mens. Alleen tegen die achtergrond worden de woorden van Mozes begrijpelijk, die boven deze overweging staan afgedrukt.
Alleen wie in zijn leven ruimte schept voor gebed, mag verwachten dat
hem\haar wegen gewezen worden. Is dat de enige weg naar God?
In Rotterdam zal het anders gaan: in groepjes zullen Remonstranten de stad
intrekken - als verspieders. Men zal gaan praten met vertegenwoordigers van
politieke partijen, welzijnsinstellingen, werkgevers en werknemers,
mediamanagers en andere "gemachtigden" in onze samenleving: met de vraag
wat zij van de kerk verwachten. De veronderstelling daarbij is dat God zich
misschien eerder op straten en pleinen zal laten vinden dan in de stilte.
Voor welke weg zou u willen kiezen?
Naar de volgende pagina
Terug naar de indexpagina
Reactie? Zend een E-mail
© A.E.J. Kaal, 2003.