De wijsheid is beweeglijker dan alle beweging,
zij doorschrijdt en doordringt alles
door de kracht van haar zuiverheid.
(Sap. Salomonis 7:24).
De bijbel ruimt veel plaats in voor de wijsheid. Naast de wet
is de wijsheid het belangrijkste geschenk van God aan de mens.
Mozes ontving de wet uit Gods hand; Salomo de wijsheid. De
wijsheid wordt dus gezien als een goddelijke gave. Maar de
wijsheid kan ook worden beoefend. Daartoe bestond er
wijsheidsliteratuur. Uit oude bronnen blijkt dat er lang voor
onze jaartelling, met name in het oude Egypte, een uitgebreide
wijsheidsliteratuur bestond. Deze omvatte ondermeer
verzamelingen korte "spreuken". Door daarover te
mediteren oefent een mens zich in wijsheid, en leert de mens
zijn plaats kennen.
Door zulke oefeningen maakt men zich een levenshouding eigen,
die de grondslag vormt voor een juiste levenswandel. In een
oude Egyptische tekst wordt gezegd: "Ik ben iemand die
zichzelf niet kent. Ik ben een geestloos mens. Alle dagen volg
ik mijn mond zoals een os, op zoek naar voedsel". Het
citaat doet denken aan de woorden van Jezus aan het adres van
de duivel, die hem verzoekt: "Niet alleen van brood zal de
mens leven, maar van alle woord dat uit de mond Gods
uitgaat." (Matth. 4:4).
Aan deze dingen moest ik denken, toen ik dezer dagen weer eens hoorde spreken over "nestgeur": bestaat er zoiets als een Remonstrantse spiritualiteit? (In spiritualiteit zit het woord "spiritus"/geest: maar spiritualiteit heeft ook te maken met levenshouding).
Eeuwenoude traditie houdt ons voor, dat wijsheid beoefend moet worden. Wie dat niet doet loopt de kans - zo leert ons het oude Egyptische citaat - om een "geestloos mens te worden die zichzelf niet kent". Zelf denk ik dat er, om de vraag te kunnen beantwoorden of er zoiets is als een Remonstrantse spiritualiteit, nog heel wat "geoefend" moet worden: gedisciplineerd nagedacht moet worden over de vraag rond onze "eigen wijsheid".
Hopelijk wordt er juist in ons doen en laten iets zichtbaar van wat we geloven, en van onze "vroomheid". Ook de manier waarop we als gemeente functioneren kan een uitdrukking zijn van onze durf, fantasie, geestkracht, invoelingsvermogen, solidariteit en andere zaken. Maar wat ons "eigen" is: dat is helemaal niet zo gemakkelijk te benoemen. Tóch zou het goed zijn om daarover intensief met elkaar en met anderen in gesprek te gaan, nu zich mogelijk op betrekkelijk korte termijn kansen voordoen tot samenwerking met groepen, die "uit een ander nest" komen.
Naar de volgende pagina
Terug naar de indexpagina
Reactie? Zend een E-mail