Misschien zijn deze woorden wel synoniem. Maar er bestaat
toch ook enig verschil in de gevoelswaarde: het woord
muzikanten roept gedachten op aan mensen die op straat muziek
maken en zorgen voor vrolijkheid en vermaak; bij musici denk
je eerder aan deskundigen op het gebied van de muziek - zowel
in theoretisch opzicht als waar het het bespelen van hun
instrument betreft. Op de kapitelen van zuilen en in de
portalen van Romaanse kerken kom je hen beiden tegen.
De Middeleeuwse beeldhouwers hadden weinig waardering voor
degenen, die probeerden geld te verdienen aan het vermaak van
pelgrims: deze muzikanten en potsenmakers werden geassocieerd
met de duivel en zijn demonische gezellen. Onder de musici
daarentegen treffen we koning David aan, die met snarenspel en
dans God eert en dient. En ook de engelen, die volgens het
boek Openbaring zich eeuwig bevinden rond Gods troon om er de
liturgie ten gehore te brengen. "Muziek is de kunst mooi en
goed te zingen. Wie dit vermogen niet heeft, loeit als een
koe. Met deze kunst hebben David en zijn gezellen op de
tiensnarige psalter en de citer, met ijzeren hoornen en
cimbalen, met tamboerijnen, koor en orgel de psalmen gezongen,
want muziek is ontleend aan de stemmen der engelen en de
hemelse gezangen", aldus de Karelskroniek.
Zo zijn er ook 'pelgrims' en pelgrims. Er zijn mensen die de
oude wegen volgen uit een zekere nieuwsgierigheid: ze stoten
elkaar aan wanneer ze een 'echte' pelgrim zien; ze kijken even
naar binnen bij een refugio en proberen zo een glimp op te
vangen van hoe het daar toegaat; en soms vragen ze om een
stempeltje: omdat het een leuk aandenken is aan de tocht.
De ware pelgrim loopt de weg om te ervaren, wat het is om
pelgrim te zijn.
In Santiago is een groepje mensen belast met het oordeel over degenen, die in aanmerking willen komen voor een Compostela: de verklaring dat je de pelgrimstocht hebt volbracht. Zij doen dit namens het Kapittel van de Kathedraal van Santiago de Compostela. Dat is niet altijd een gemakkelijke taak: deze mensen dienen zich een oordeel te vormen over de vraag of de aanvrager "uit devotie of omwille van een gelofte (devotionis affectu vel voti causa) de bedevaartplaats van de heilige Jacobus, Onze Apostel, Patroon van de Spanjaarden en Titelheilige" bezoekt en "toegewijd en uit geloof dit heilige Godshuis (pietatis causa devote visitasse)." Klaarblijkelijk melden zich daar ook toeristen, die niets liever zouden willen dan zo'n document in handen te krijgen louter als souvenir.
Naar de volgende pagina
Terug naar de inhoudsopgave
Terug naar de indexpagina
Reactie? Zend een E-mail