Pelgrims Tympaan van de St.-Lazare Autun 12de eeuw
|
Op deze afbeelding zien we een groepje mensen. Het zijn pelgrims. Ze staan
met één been in het graf. Aan de schelp, die de voorste van
hen met zich meedraagt, zien we dat hij op weg is naar
Santiago de Compostela; de tweede is onderweg naar Jeruzalem:
dat is te zien aan het kruis op zijn knapzak. Van de derde
kunnen we niet zien waarheen hij onderweg is. Misschien is hij
wel helemaal niet onderweg. Hij staat dan ook met beide benen in het graf,
en verbaast zich alleen maar over wat hij ziet.
Christenen zijn mensen onderweg. De volgelingen van Jezus werden
dan ook niet onmiddellijk aangeduid als Christenen; aanvankelijk werden zij
'de mensen van de weg' van de weg genoemd. Het zijn mensen, die zouden moeten
leven uit de verwachting, dat het een mens nooit aan iets zal ontbreken omdat
de hemelse vader voor alles zorgt, wat een mens nodig heeft.
Het bijzondere van deze afbeelding zijn de graven: die stenen
kisten waar deze pelgrims uit tevoorschijn stappen. Het is
alsof de beeldhouwer wil zeggen: zij waren aan de grens van
hun mogelijkheden. Het leven was voor hen geworden tot een
leven in een graf. Maar zij stappen uit dit graf en gaan
achter Jezus aan.
Jezus gaat voorop: hij is naakt. Zijn naaktheid zou je kunnen
zien als een verwijzing naar zijn onschuld en zijn onvoorwaardelijke
vertrouwen op zijn hemelse Vader. De naaktheid verwijst naar de
paradijselijke staat waarin een mens niets te verbergen heeft. De mens is
daar zoals hij wordt gekend door God: "Gij kent mij en
doorgrondt mij; Gij kent mijn zitten en mijn opstaan; voor U
is niets verborgen". De naaktheid is tegelijkertijd ook het
teken van kwetsbaarheid: immers, kleding verwijst naar onze cultuur, naar ons
streven om zelf een wereld te bouwen waarin we veilige en gelukkig kunnen wonen.
De cultuur dient ondermeer dient om onszelf en wat ons dierbaar is te beschermen.
Dat klinkt onschuldig, maar het impliceert veel schijnheiligheid en machtsmisbruik:
oorlog om vrede te stichten, landsgrenzen vanwege het welbegrepen eigen belang,
en ga zo maar door.
De mens wordt uitgenodigd om als pelgrim door het leven te
gaan, en om als vreemdeling te wonen tussen mensen. De vader aller pelgrims,
Abraham, hoorde een stem zeggen: "Ga! Weg uit je land, weg van je ouders,
naar het land dat ik je zal wijzen!" Wie op weg gaat moet afscheid nemen van alles wat
vertrouwd is en dierbaar: kan slechts vertrouwen op de goddelijke
belofte, dat het een mens aan niets zal ontbreken. De ervaring
leert, dat wie vertrouwt op de goedheid van mensen nogal eens beschaamd uitkomt.
De realiteit is niet zo, dat aan de mens onderweg alle lijden
bespaard blijft. Vandaar dat het Christendom het kruis heeft
gekozen als symbool van het christelijk geloof: het drukt uit
dat het lijden en de zelfopoffering terwille van de naaste en van vrede en gerechtigheid
in de wereld op een of andere geheimzinnige manier een verzoenende kracht hebben.
Deze kracht zal uiteindelijk aan alle onrecht een einde maken. Wie
leeft uit deze overtuiging is een voorbode van de wereld zoals die moet worden. Hij/zij draagt op
een mysterieuze wijze bij aan de realisatie van een andere, betere, toekomstige
wereld.
Naar de volgende pagina
Terug naar de inhoudsopgave
Terug naar de indexpagina
Reactie? Zend een E-mail
© KERKWINKEL KOINONIA, 2003.