DE BIJBEL: GEESTELIJK ERFGOED VAN MENSEN



De bijbel is een verzameling van geschriften, die het "geestelijk erfgoed" bevat van mensen uit heel verschillende tijden en woongebieden. Van de diverse schrijvers weten we doorgaans niet veel meer, dan wat daarover hen valt op te maken uit de tekst.

Je zou elk bijbelboek kunnen beschouwen als een "testament": in de betekenis van de nalatenschap van een persoon of een groep personen. De auteurs hebben doorgaans geprobeerd om in de taal van hun tijd om uiting te geven aan wat ze geloofden en waaruit ze leefden. De bijbel kan dan ook beschouwd worden als een verzameling "wijsheidsliteratuur".

Het zijn in het algemeen gesproken geschriften over het geloof in "de God van de vaderen": de God van Abraham, Isaak en Jacob. De bijbel is namelijk het testament van mensen die één ding met elkaar gemeen hebben: en dat is, dat ze staan in dezelfde traditie. Wat we lezen weerspiegelt wat deze mensen aan het leven hebben ervaren, en hoe ze dat interpreteerden met behulp van de kaders die hen door deze traditie waren aangereikt.

Dit verklaart ook waarom we in de bijbel zo'n bonte verscheidenheid aantreffen van "waarheden". Elke auteur toetst in wezen datgene wat hij/zij "bij geruchte" over God heeft vernomen aan eigen levenservaringen. En omgekeerd: de levenservaring vormt ook de bron van inspiratie voor nieuwe geloofsvisies. Zodoende is de bijbel geleidelijk en in de loop van vele eeuwen uitgegroeid tot een kostbaar en "heilig" boek.

De bijbel zou je kunnen zien als het fundament van de kerk: door de eeuwen heen hebben Christenen zich altijd maar weer beroepen op dit voor hen heilige en gezaghebbende boek. Wat velen zich daarbij echter niet realiseren is, dat er in de eerste eeuw van onze jaartelling nog geen bijbel was. De "kerk" was er al voordat er een bijbel bestond. En de bijbel is dan ook het product van een discussie over de vraag: wat heeft een mens nodig om een antwoord te vinden op de vraag wie Jezus was, op de vraag naar het ware geloof?

De bijbel bestaat dus uit een selectie: een keuze uit de literatuur van het oude Israël (Oude Testament) en uit de vroeg-Christelijke geschriften. Dat betekent ook, dat vragen legitiem zijn zoals: waarom zijn nu juist deze geschriften opgenomen? Waarin verschillen ze van andere? Wie heeft / wie hebben deze keuzen gemaakt? Bestaat er buitenbijbelse literatuur, waarvan we achteraf zouden wensen, dat die wèl in de canon zou zijn opgenomen? (Zie méér hierover bij de apokriefen)

Wie bijbelverhalen wil proberen te begrijpen zal zich dus steeds moeten afvragen: in welke tijd leefde de schrijver, hoe dacht men toen over God, wereld, mens en samenleving, en welke ervaringen brachten de auteur(s) ertoe om een eigen verhaal op eigen wijze te door te geven?

Naar de volgende pagina.

Terug naar de indexpagina

Reactie? Zend een E-mail

Voor het laatst herzien: april 2006.