"Jij,
wie ben jij?" De Oosterse kerk heeft deze Johannes verbonden met
het gebed: steeds zien we hem samen met de Moeder Gods afgebeeld,
waarbij zij staan rond de troon van de verhoogde Christus. Deze compositie,
bekend als de 'deësis' (= gebed), heeft een vaste plaats
gekregen op de ikonostase. Vaak wordt gesuggereerd dat de
Moeder Gods en Johannes de Doper een voorspraak zijn voor deze
wereld: dat zij smeken om barmhartigheid. Maar dat is nogal westers
gedacht: wij associëren de voorspraak gewoonlijk met woorden waarmee
er gebeden wordt voor de nood van de wereld. Maar volgens de orthodoxe
theologie gaat het bij het bidden niet in de eerste plaats om de inhoud
en de woorden. Volgens de theologen is juiste instelling - een openheid
voor het heilige veel essentiëler: in het bijzonder voor Hem die
oorsprong, grond en bestemming is van ons bestaan. Die openheid is
louterend. De Moeder Gods en Johannes zijn in hun openheid voor wat komt
(advent) voorbeeldig. Antwoordde Maria de engel niet met de woorden 'mij
geschiede naar uw woord'? Wat is er nodig zijn om ons deze houding
eigen te maken?
Elk bidden veronderstelt die houding. Paulus schrijft erover in zijn
brief aan de gemeente in Rome: "Wij weten immers niet wat we in
ons gebed tegen God moeten zeggen; de Geest zelf pleit voor ons met
woordloze zuchten"(Romeinen 8:26). De Geest huist niet in ons 'ik', maar neemt ons op
in de heilige gemeenschap waar de mens zich opent voor het goddelijk GIJ, zich
laat aanspreken door de Stem van de Levende; de Stem, die opklinkt
in het gebeuren sedert de schepping. "Jij, wie ben jij?'
Johannes, die doopt met water, brengt daarmee mensen samen in de
gemeenschap rond Gods troon: om daar de liturgie te voltrekken. Zo is
Johannes een voorganger: degene die voorop gaat en binnen leidt in
het mysterie van Gods koninkrijk.
"Jij, wie ben jij?" (Συ
τις ει; Joh.1:19). Dat was de vraag
waarmee Joden uit Jeruzalem priesters en Levieten op Johannes
afstuurden om hem te vragen wie hij was. Men verwachtte de Messias.
Maar daarover is Johannes duidelijk: hij is het niet. Zou hij dan
misschien Elia zijn? Maar de profeet: nee, dat is hij al evenmin. En
zo blijft de vraag min of meer onbeantwoord.
Het Messiasbegrip
stamt uit de traditie van het volk, dat vele duistere tijden heeft
gekend. Steeds waren er dan weer mensen, die zich afvroegen wat er
nodig zou zijn om een messiaanse tijd te laten aanbreken: een wereld,
waarin mensen waardig en in vrede met elkaar zouden kunnen leven. Ook
in het Nieuwe Testament vinden we uiteenlopende gedachten over deze
kwestie. Sommigen verwachtten een profetische gestalte, die het lot
zou kunnen keren: een soort Elia - de kampioen in het bestrijden van
afgodenvereerders. Anderen verwachtten het heil van een politieke
gestalte, een nieuwe David, of een tweede Mozes. En volgens nog weer
anderen was het wachten op een hogepriester, een Aäron die de
cultus zou hervormen. Maar er waren er ook die dachten aan een
voleinding: zij spreken over het einde van de tijd, over het moment
waarop de rekening wordt opgemaakt. Pas na een definitieve
vergelding kan er iets nieuws komen, een nieuwe aarde. Johannes de
Doper roept mensen op om zich te bekeren. Maar wie is hij dan?
Naar de volgende pagina
Terug naar het begin van de ikonengalerij
Reactie? Zend een E-mail
© A.E.J. Kaal, 2014.