De ikoon laat de verheerlijkte Christus zien:
de koning van het Al, die troont in de hemel. De troon is
weliswaar niet te zien, maar - dat het hier gaat om Christus, die
als richter-koning is teruggekomen voor het laatste oordeel - dat
blijkt uit de tekst die te lezen is in de opengeslagen bijbel:
"Komt, gezegenden van mijn Vader: beërft het koninkrijk dat
u bereid is". (Mattheus 26:34).
Ook naast zijn hoofd van de Christus staan
griekse letters. We lezen daar: Jezus Christus, de Verlosser. Bij
het woord 'verlosser' denken we misschien in eerste instantie aan
de kruisdood van Jezus: toch vinden we de gedachte, dat Jezus de
mensheid heeft verlost door zijn dood aan het kruis eigenlijk
alleen bij de apostel Paulus. In de talrijke redevoeringen in het
boek Handelingen (geschreven door de evangelist Lucas) komt deze
verlossingtheologie niet voor. En al evenmin bij de andere
evangelisten. Bij hen ligt de nadruk op het leven van Jezus, en
de heilsbetekenis daarvan: op de tekenen en de wonderen die Jezus
heeft verricht, en die laten zien dat hij macht heeft over het
kwaad; op zijn bewogenheid, wanneer hij ziet hoe de "schare"
zonder herder is; op zijn liefdevolle zorg voor zieken en
maatschappelijke randfiguren; en op het gezag waarmee hij mensen
hun zonden vergeeft.
De tekst op de ikoon verbindt deze gedachten
met elkaar. Het zijn woorden die ontleend zijn aan de zgn.
"eschatologische rede" (rede over de laatste dingen).
Verondersteld is dat Jezus bij zijn wederkomst deze redevoering
uitspreekt:
"Komt gezegenden van mijn Vader en beërft het koninkrijk
van mijn Vader, dat u is bereid vanaf de grondlegging van de
wereld". Om het diakonale aspect van deze tekst te kunnen
herkennen moeten we de tekst nog even verder lezen. De motivatie,
die volgt op deze uitspraak, bestaat uit zes regels, die worden
ingeleid met het woordje 'want':
want
ik ben hongerig geweest en gij hebt mij te eten gegeven
ik ben dorstig geweest en gij hebt mij te drinken gegeven
ik was vreemdeling en gij hebt mij geherbergd
naakt en gij hebt mij gekleed
ik ben ziek geweest en gij hebt mij bezocht
ik was in de gevangenis en gij zijt tot mij gekomen.
Hieruit blijkt dat het dus in feite niet
zozeer gaat om een eindgericht als wel de gevolgen van ons
practische handelen. Eeuwenlang is door uitleggers van deze tekst
benadrukt dat we mogen leven uit de verwachting dat er ooit, aan
het einde van de tijden, een hemels heilsrijk zal zijn. Maar daar
is het Mattheus niet om te doen: in aansluiting bij de Joodse
traditie (die nauwelijks spreekt over een bestaan na de dood)
legt hij de nadruk op het heil in deze wereld. In West Europa
zijn we pas sedert de Verlichting gaan begrijpen, dat we
verantwoordelijk zijn voor de wereld die we nalaten aan ons
nageslacht; en dat we dus, in het beste geval, mogen hopen op een
betere wereld voor onze kinderen en kleinkinderen.
De tekst op de ikoon verwijst niet naar een verre toekomst en een andere wereld: de tekst verwijst naar de zegen, die mensen voor elkaar kunnen zijn, wanneer ze zich bewust zijn van hun levensopdracht en wanneer ze zich - in overeenstemming daarmee - gedragen als erfgenamen van het ultieme heil waartoe de mens 'Vanaf den beginne' (Genesis 1:1) is bestemd.
Naar de volgende pagina
Terug naar het begin van de ikonengalerij
Reactie? Zend een E-mail© A.E.J. Kaal, 2014.