Paulus (van Thebe) en Antonius worden doorgaans in één adem
genoemd: het waren de eerste anachoreten (= mensen die zich
terugtrekken in eenzaamheid). Zij gelden dan ook als de
grondleggers van het monnikendom. Van hen beiden is het leven
beschreven: de levensgeschiedenis van Paulus is overgeleverd
door Hieronymus, die van Antonius door Athanasius. Beiden
hebben het grootste deel van hun leven doorgebracht in de
woestijnen van Egypte. Beiden werden zeer oud: volgens de
traditie zou Paulus 113 jaar oud zijn geworden, en Antonius
105 jaar.
Zowel de beweegredenen om de woestijn in te trekken als de
manier waarop kluizenaars aan hun ascese vorm gaven, waren
zeer divers. Van Paulus wordt gezegd, dat hij de woestijn
invluchtte om te ontkomen aan de vervolgingen onder keizer
Decius (249-251). Antonius schonk in 269 zijn gehele bezit aan
de arrmen en trok zich rond 285 terug in de woestijn om er de
strijd aan te binden tegen duivelse verzoekingen.
Volgens de traditie wordt Antonius door een goddelijke
ingeving op geattendeerd dat er in zijn omgeving een og oudere
kluizenaar leeft. Hij trekt daarheen, en na een dagreis vindt
hij inderdaad de dan reeds hoog bejaarde Paulus. Deze werd
gevoed door een raaf, die hem dagelijks een half brood bracht.
Op de dag van Antonius' bezoek brengt de raaf echter een heel
brood. Bij een volgend bezoek treft Antonius de heremiet dood
aan. Met behulp van twee leeuwen, die uit de woestijn kwamen,
groef Antonius een graf voor Paulus.
Op de ikoon zien we Antonius met de tekst in de hand die hem
inspireerde: 'Verkoop wat ge bezit (en geef het aan de armen;
daarmee zult ge een schat in de hemel bezitten)'.
Naar de volgende pagina
Terug naar het begin van de ikonengalerij
Reactie? Zend een E-mail