DE OPWEKKING VAN LAZARUS



(Zie voor het verhaal: Evangelie van Johannes 11: 1-44)

We zien een ruimte, omgrensd door bergen, stadsmuren en architectonische elementen. Een vreemde werkelijkheid. Wat zijn dit voor een bergen, die daar machtig oprijzen - bedekt met het wit van de stilte? Wat zijn het voor een plaatsen, waar al die mensen vandaan komen? Het zwart doet vermoeden, dat zij in duisternis leven?

Het licht valt op de gestalte, in de opening van een grot. Van links komt een stoet mensen - volgelingen van Jezus. In het midden zien we een andere stoet: toeschouwers, een beetje terzijde. Jezus wordt begroet door twee vrouwen, die hem binnenhalen als een vorst: de ene smekend op haar knieën; de andere voorover in het stof, in aanbidding. Zij hebben in Jezus de Christus, de bevrijder herkend.

Waar zie jij jezelf staan: onder de volgelingen van Jezus? Onder de mensen terzijde? Of bij de vrouwen in aanbidding?

Of herken jij jezelf in Lazarus: zó ingekapseld en gebonden, dat hij geen kant meer op kan? Dat is geen leven. Ze hebben Lazarus gebracht naar de plaats van zijn onmacht - de plaats waar je, menselijkerwijze gesproken - alle hoop moet laten varen.

Jezus kijkt geschokt: "Kom daaruit!", roept hij. "Maak zijn windsels los!" Dat is de roep om op te staan, levend te worden, uít te komen.

Waar een mens de plaats van zijn onmacht bereikt, zal blijken of er zoiets bestaat als bevrijding, verlichting, genezing, een andere manier van kijken naar jezelf, naar de anderen, naar Christus - en wie hij was, wie hij is, wat hij doet: zegenen - hen, die geen kant meer opkunnen.

Vooraan op de ikoon zien we twee harde werkers: zij lijken niet onder de indruk van het wonder. Ze doen wat gedaan moet worden: open dat graf. Weg met die steen. Is dat: geloven op gezag? De armen uit de mouwen: gewoon doen wat gedaan moet worden?


Naar de volgende pagina

Terug naar het begin van de ikonengalerij

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2014.